1948 ontslag verleend als rijksarchivaris en in 1950 zou hij over
lijden.
In 1938 overleed mr. W.F.C.C. Pijnacker Hordijk en bedankte
Knappert als bestuurslid wegens vertrek naar het Gooi. Het be
stuur werd uitgebreid met twee Haarlemse diensthoofden: mejuf
frouw dr. G.H. Kurtz, gemeentearchivaris, en ir. G. Friedhoff,
hoofd-ingenieur van Openbare Werken. Mejuffrouw Kurtz was de
opvolgster van Knappert en zij heeft „Haerlem" zeer aan zich
verplicht door een groot aantal publikaties over de Haarlemse
geschiedenis. Tot 1967 zou zij in het bestuur zitting hebben en
ook naast de publikaties ontplooide zij vele activiteiten. Zo orga
niseerde zij bijvoorbeeld de hofjesquiz en de gevelstenentocht
(vgl. paragraaf 15).
Friedhoff had in de twintiger jaren al bouwkunde aan de H.T.S. te
Haarlem gedoceerd en werd in 1938 tot hoofd-ingenieur van
Openbare Werken benoemd, waar hij belast werd met de afdeling
bouwkunde, een functie die wij nu stadsarchitect zouden noemen.
Als stadsarchitect, lid van de Schoonheidscommissie en bestuurs
lid van „Haerlem" zou hij veel voor de architectuur in Haarlem
doen. In 1946 werd hij benoemd tot rijksbouwmeester, waarvoor
hij in 1950 naar Wassenaar vertrok. In dat jaar bedankte hij dan
ook als bestuurslid van „Haerlem".
In het eerste oorlogsjaar, 1940, overleed mr. A.J. Enschedé en
werden B.F. Enschedé en H.B.E. Warnaars tot bestuursleden be
noemd. B.F. Enschedé was evenals zijn zojuist overleden ver fa
milielid firmant van Joh. Enschedé en Zonen. Hij zou in 1942 het
penningmeesterschap overnemen van Rutgers van der Loeff en
zou deze functie blijven uitoefenen tot 1956. In dit laatste jaar
werd hij, met een diner van acht gangen, „uitgegeten" in de
Hoofdwacht. Hans Warnaars ontpopte zich als een zeer actief
jong bestuurslid en is thans de nestor van het tegenwoordige be
stuur. Op andere plaatsen wordt een aantal van zijn activiteiten
beschreven, maar het is zonder twijfel dat zijn andere bestuurs
functies, zoals van Heemschut, De Hollandsche Molen, e.d. van
groot belang waren voor „Haerlem".
In 1945 zouden Rutgers van der Loeff en mevrouw Sterck-Proot
overlijden, terwijl Baart de la Faille bedankte. In hun plaats wer-
74