den mr. C.W.D. Vrijland en A.J.M. van Os benoemd. De eerste,
zoon van de rentmeester van Elswout en zelf van 1951 af substi
tuut-griffier bij de Haarlemse rechtbank en van 1960 af griffier
van het Kantongerecht, bleef bestuurslid tot 1976. Van 1960 tot
1962 was hij secretaris. Hij is ook directeur-secretaris van Teylers
Stichting en publiceerde een groot aantal artikelen en boeken over
Bloemendaalse buitenplaatsen en de Haarlemse rechterlijke in
stellingen. Van Os had sedert 1910 de leiding gehad van de be
kende Haarlemse firma A.J. van der Pigge, de oude drogisterij
aan de Gierstraat. Hij was de man die zijn pand niet aan Vroom
en Dreesmann verkocht en hij was ook de verzamelaar van de
bekende collectie gapers, die in 1942 in de Hoofdwacht tentoon
gesteld werd. Tot 1967 zou Van Os in het bestuur van „Haerlem"
zitting hebben.
In 1947 werd het bestuur uitgebreid met drs. J.J. Luijten en mr. J.
Bierens de Haan. De eerste, werkzaam bij de Keuringsdienst van
Waren aan de Nieuwe Gracht, had een grote kennis van het Haar
lem uit zijn jeugd. De bestuursleden die met hem in het bestuur
zitting hebben gehad zullen zich zijn smakelijk gebrachte verhalen
hierover blijven herinneren, evenals zijn zorgen over leden die
niet of te laat hun contributie betaalden. Tot 1975 zou hij be
stuurslid blijven en de penningmeester helpen bij het dagelijkse
werk.
Mr1. J. Bierens de Haan komt uit de notulen naar voren als het
bestuurslid dat meestal, al dan niet met voorafgaand bericht, af
wezig was. Het was dan ook „wegens verhinderingen van velerlei
aard" dat hij in 1955 bedankte25). Hij was algemeen secretaris
van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel.
In 1949 trof „Haerlem" een zware slag: het plotseling overlijden
van haar voorzitter, de derde sedert de oprichting, J.L. Tadema.
Na een ziekbed van enkele dagen overleed Tadema op 29 mei
1949 op 75-jarige leeftijd. Op 3 juni hield het bestuur een bijeen
komst in de Hoofdwacht waar secretaris Dijkema de overledene
herdacht. Tadema moet een echte ouderwetse Haarlemmer ge
weest zijn. Op alle foto's prijkt hij met een stijf wit boordje en
woorden als „beminnelijkheid" en „bon mots" vallen herhaalde
lijk in zijn necrologieën. Hij gebruikte graag aanhalingen uit de
75