6. Lezingen en kleine excursies
Tot 1925 waren de „Kunstbeschouwingen" van „Haerlem" een
begrip in de stad. Op gezette tijden, meestal vier of vijf maal per
jaar, verenigde een gezelschap dames en heren zich om een tafel
in de Schneevoogt kamer van het Stadhuis waar dan, onder lei
ding van archivaris C.J. Gonnet, de topografische prenten en te
keningen van hand tot hand gingen. Op 28 april 1925 zou hieraan
een abrupt en definitief einde komen Het jaarverslag vermeldt
deze gebeurtenis uitvoerig: „28 April was een gedenkwaardige
dag voor Haerlem'. Er zou iets ongewoons worden vertoond. Op
het doek zag het groote gezelschap een 75 projecties van glas
plaatjes. Hoe was Uw bestuur hiertoe gekomen? Eenigen tijd
geleden heeft ons lid Prof. van Walsem het voorstel gedaan om
door het vervaardigen van lantaarnopnamen den Stedelijken atlas
meerdere bekendheid te geven en de prenten daaruit voor onder
wijs en andere doeleinden dienstbaar te maken. Met graagte heeft
het bestuur dit denkbeeld overgenomen en een eersten stap gezet
op een nieuwen weg voor de Vereeniging". Het lag in de bedoe
ling hiermee voort te gaan en de lantaarnplaatjes ook voor het
onderwijs beschikbaar te stellen31). In 1922 had men nog ee:t
tegenovergestelde mening gehad. Toen was er een commissie in
gesteld, bestaande uit G.J. Droste, L.C. Dumont, E.H. Krelage en
G.C. van Walsem, om de aanschaf van een projectielantaarn te
overwegen, maar deze rapporteerde dat de „artistieke waarde der
teekeningen en prenten zou verminderen" zodat men besloot niet
tot deze aanschaf over te gaan32). De „dia" deed in 1925 dus zijn
intree in „Haerlem" en verdrong de kunstbeschouwingen!
Behalve kunstbeschouwingen stonden er ieder jaar ook wandelin
gen op het programma. Deze voerden langs een aantal monumen
ten in de stad of door het bos van een der buitenplaatsen rond
Haarlem. Vooral Elswout was in dit opzicht geliefd.
In 1955 werd een nieuwe traditie op dit gebied gevestigd: de
Luilakwandelingen. Het eerste idee kwam in mei 1954 van het
bestuurslid H.B.E. Warnaars: starten om 5 uur 's morgens en dan
wandelen naar het molentje van de Liede en naar de Slokop.
„Onder garantie van de stellige afwezigheid van enkelen zullen de
heren Warnaars en De Jongh het proberen", aldus de notulen van
91