voorstander van de Bataafse Republiek en pro-Frans: dat mocht
toen, in tegenstelling tot pro-Duits 1940-45.
Van hem was op genoemde tentoonstelling een aquarel aanwezig,
voorstellende een grote ruimte met veel personen (afb. I)1) met op
de keerzijde het opschrift: 'Uytdeeling van spijs, W.H. pinxit et
fecit'Deze aquarel is medio 1975 door Teylers Stichting aange
kocht uit de collectie Hoog, de oud-voorzitter van de Vereniging
Haarlem. Het werk was ongedateerd en kleding biedt voor die tijd
een rekbare maatstaf: de eerste decennia van de 19de eeuw, onge
veer 1800-1830. Aangezien de maker in 1831 op hoge leeftijd
stierf en de aquarel krachtig en met vaste techniek is gemaakt
werd ze meest vroeg, kort na 1800 gedateerd2).
Over het voorgestelde kan Allan ons snel op weg helpen (welis
waar alleen dank zij het onvolprezen register op het Gemeentear
chief Haarlem aanwezig). Bij de beschrijving van het Klein
Heiligland vinden we „Verder.vindt men het zoogenoemde
Soephuis, waar de 'Commissie tot Spijsuitdeeling aan behoefti-
gen' gedurende de winter spijzen laat bereiden en uitdelen aan al
die armen en behoeftigen die zich voorzien van de daartoe
vereischte bons of spijskaartjes, welke zij van hunne meer
gegoede en weldadige stadsgenooten ontvangen daar op een
zeker uur aanmelden."
Het soephuis stond aan het begin van het Klein Heiligland niet
ver van de Gedempte Oude Gracht, op nr. 12 waar tot voor kort
het Haarlems Dagblad gevestigd was. In de topografische atlas op
het Gemeentearchief bevindt zich een tekening van het soephuis
(afb. 3).
Vanzelfsprekend een leuke aanwinst, dit werkje van de beheerder
van Teyler. Er was echter nog een tweede reden die de aquarel
voor het museum een aantrekkelijk bezit maakte. Vrijwel gelijk
tijdig met Hendriks was Martinus van Marum, een veelzijdig
geleerde, vooral bekend om zijn grote electriseermachine, één
van de Directeuren van Teylers Stichting. Van Marum experi
menteerde met een papiniaanse pot om beenderextract te verkrij
gen en 1803 gaven de Directeuren zelfs zo'n pot 'tot een proeve' te
leen aan het Soephuis. Bovendien steunde Teylers Stichting de
soepuitdelingen in 1811 en 1812 financieel.
102