prijs verworven, dank zij het feit, dat men in Duitsland noch de
schilder noch het onderwerp kende. Het Anjerfonds Noord-
Holland maakte de aankoop financieel mogelijk. Zo worden
sinds begin 1976 beide, schilderij (afb. 2)3) en aquarel, tentoonge
steld in de schilderijenzaal van Teyler.
Het schilderij is 1815 gedateerd. Door een gelukkige omstandig
heid is het tevens mogelijk het jaar waarin voorgestelde soepuit
deling plaatsvond vast te stellen. De huidige 'casteleyn' de Heer
J.H. van Borssum Buisman ontdekte nl. een achter op de lijst
geplakt papiertje met het zeer moeilijk leesbaar opschrift:
(begin overgeplakt)
aan 1844 Huisgezinnen
bedragende 5802 Persoonen
van Nov. 18(1 ?)4 tot ultimo
Maart 1(817)5
(geschil)dert (door) W. Hendriks
Hiermee vervalt de vroegere datering van de aquarel. De samen
hang tussen de twee werken, die tot in details met elkaar overeen
stemmen, laat zich dan als volgt reconstruerenHendriks is naar
het Soephuis gegaan en heeft een rustig plaatsje achter de pomp
gekozen. Daar heeft hij de aquarel opgezet zoals hij dat vaak deed
(vgl. bijv. Cat. W.H. 1972 no. 108. De notitie op keerzijde
daarvan eindigt met 'Getekent door Wd. Hendriks na 't leven
1795'). Daarmee in overeenstemming is de vlotte opzet: het
vluchtpunt van vloer en balie klopt niet met dat van de zolderbal
ken; op het rustig in het atelier opgezette schilderij wel. De op de
aquarel wat mislukte ronding van de omgekeerde ton op de voor
grond is op het schilderij bijgefatsoeneerd. Al zijn ondanks de
snelle werkwijze de personen raak getypeerd, soms mislukt een
gezicht, bijv. dat van het jongetje in het midden met de emmer en
het hengselpannetje. Overtuigend voor het primaat van de
aquarel is naar mij voorkomt de stoomwolk boven de ketel op het
aquarel: een waarneming ter plekke, weggelaten op het schilderij.
De aantekening op de keerzijde van de aquarel schijnt in strijd
met het bovenstaande: W.H. pinxit et fecit; W.H. heeft het (schil-
104