aan behoeftigen in de winter. Toch kwam de verlichting ook tot uiting in het oecumenisch karakter: ook Rooms Katholieken kwamen in aanmerking en zelfs Joden; zij kregen droge gort inplaats van soep. Jaarlijks stuurde de commissie een adres aan de burgerij om gelden in te zamelen. Er zat een strookje aan waarop men een bedrag kon invullen. De commissieleden haalden dit later op. Dat deze uitdelingen bittere noodzaak waren moge blijken uit het adres van 24 October 1812: „Bij de vast toenemende ellenden, waarin deze, eertijds zoo bloeijende, thans dagelijks in puinhopen veranderende stad bij uitnemendheid gedompeld is, vertoont zich aan de burgerij, in de nabijheid, een winter die derzelver jammeren nog zal vergrooten zoo niet voltooijen. Wij zien duizenden, die verstoken zijn van de eerste behoeften des levens, en dezelve niet door hunnen arbeid kunnen verkrijgen, omdat er geen werk te vinden is; duizenden die bij de armkantoren vergeefs aankloppen, omdat daar de middelen van hulp ontbreken, en dus met ledige handen na hunne uitgehongerde huisgezinnen moeten terug keerendie duizenden zien wij bij den aanstaanden winter, buiten hunne schuld, blootgesteld aan alle de ijsselijkheden van den honger. Wij zien in het verschiet, tot welk een top van ellen den, tot welke uitersten van wanhoop die beklagenswaardigen zullen opgevoerd worden,De puinhopen slaan op het feit, dat de belastingen zo hoog waren, dat het voordeliger was huizen boven een bepaalde huurwaarde te slopen dan te verhuren. In minder dan een jaar werden er 1812-T3 zo 235 woningen afge broken. Tot slot van het adres wordt nog om een ruime inteke ning gevraagd om de gevolgen af te wenden „welke de ongestilde honger van de helft der bevolking dezer ongelukkige stad zou kunnen veroorzaken". Jaarlijks maakten de Buurtmeesters van de verschillende wijken lijsten op van wie in aanmerking kwam voor soep. Behalve de lieden die in bovengenoemde wijkboeken voorkwamen kregen ook de bezitters van zgn. 'roode kaartjes' soep. Die kaartjes waren voor ieder tegen betaling van 5 cent verkrijgbaar. Vele rijken namen voor het bedrag van hun intekening rode kaartjes en verstrekten die dan zelf aan wie zij wilden. De verstrekking 107

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1977 | | pagina 109