Vijfenzeventig jaar op de bres voor de monumenten en het stadsschoon van Haarlem Hoewel het niet met zoveel woorden in de doelstellingen van de nieuwe vereniging in 1901 werd genoemd, was het waken voor het stadsschoon van Haarlem en omstreken een van de oudste en belangrijkste activiteiten van de vereniging. Uit jaarverslagen, no tulenboeken, de correspondentie en de aparte dossiers in het ar chief kon het volgende overzicht van dit onderdeel van deze ver- enigingstaak worden vervaardigd. In dit overzicht worden alleen de feitelijke gegevens, zoals in genoemde archiefstukken aangetrof fen, medegedeeld. Er is niet ingegaan op de achtergronden van restauratietechnieken, de al of niet toelaatbaarheid van nieuw bouw „in oude trant" en dergelijke. Daartoe zou meer deskundig heid op dit terrein vereist zijn. Het zal de lezer opvallen, dat een aantal belangrijke restauraties of verliezen in het stadsbeeld in het hierna volgende niet aan de orde komen. Dit is niet het gevolg van blindheid van de vroegere bestuurderen van „Haerlem" want deze zaken zijn vrijwel steeds ter sprake geweest en worden dan ook met instemming of ont stemming in de archivalia vermeld. Wanneer de vereniging „Haerlem" echter zelf daadwerkelijk niets deed omdat het een hopeloos geval betrof of omdat het zonder bemoeienis van de vereniging toch al in goede banen geleid werd is de zaak in dit artikel niet ter sprake gebracht. Zo worden zelfs belangrijke res tauraties als de toren en het orgel van de Grote Kerk en de toren van de Bakenesserkerk niet genoemd. „Haerlem" deed dit alles niet alleen. In het bestuur hadden bijna steeds deskundigen op bouwkundig gebied zitting (ir J.A.G. van 113 Dit artikel sluit aan op de twee artikelen Vijfenzeventig jaar Vereniging Haerlem" en Vijfenzeventig jaar Verenigingspublikaties verschenen in het jaar boek Haerlem 1976, blz. 51-203.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1977 | | pagina 115