verzocht. Op 15 september berichtte Stoop zijn „sympathie te betoonen" met een bijdrage van 5.000,mits „te samen met mijne bijdrage de noodig geoordeelde 20 mille kunnen gevonden worden". Von Saher had Stoop dus een eerder in 1909 begroot bedrag van 20.000,genoemd! Groot moet de ontsteltenis van het bestuur geweest zijn toen de heer Stoop op 12 november 1911 als antwoord op een verzoekje het bedrag te willen overmaken berichtte, dat zijn toezegging „reeds zoo lang geleden" was ge daan, dat hij dit niet kon naslaan. Een en ander kwam echter spoedig weer in goede banen en enkele dagen later werd de che que ontvangen. Op 31 december 1911 kon aan B en W van Haarlem worden bericht dat de benodigde 12.000,beschikbaar waren. Op 3 januari 1912 deelde de burgemeester in zijn openingsrede van de raadsvergadering dit mede en sprak zijn „groote erkentelijkheid" hiervoor uit. Op 21 februari 1912 aanvaardde de Raad de schen king en nam het besluit de toren te herbouwen. De voortgang had nog enige voeten in de aarde, maar op 7 juli 1914 werd de bouw gegund aan de firma W.A. van Zanten te Haarlem31) en in april 1915 werd het werk opgeleverd. De plan nen van „Haerlem" om een feestelijke oplevering te organiseren B" ONTVANGEN f 't 130 Kwitantie betreffende de 12.000,— die „Haerlem" bijeenbracht voor de herbouw der toren (archief Vereniging,.Haerlem"). in noldoening ilranger

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1977 | | pagina 132