mr i'f9
V K ^^v—
eigenaardige bouwfragmenten verdwijnen, doch dat de eigenaars
vaak een te hoogen prijs bedingen en dus eenige voorzichtigheid
wel gewenscht is"38).
In 1911 kocht de vereniging de steen „In de drie roggenbroden"
uit het huis Spaarne 104 (en niet 106, zoals staat vermeld)39), en
„de vergulde haan"40), evenals een fraai gebeeldhouwd houten
kalf met de tekst „God ken-d-herten" uit de gevel van het voor
malige Lutherse Weeshuis aan de Zuiderstraat, dat voor 15,
bij de antiquair Van 't Hof te koop was41).
In 1913 schonk de vereniging „Haerlem" alle aangekochte en
gekregen bouwfragmenten aan de gemeente Haarlem ter plaatsing
in het nieuwe museum.
Ook in de jaren na 1913 werden echter nog tal van schenkingen
ontvangen. Deze werden opgeslagen op de bovenverdieping van
de Hoofdwacht en bij voorkomende gelegenheden gebruikt. In
1967, toen de verdieping van de Hoofdwacht gebruikt ging wor
den door de Haarlemse afdeling van de Bond van Nederlandse
Architecten werden de bouwfragmenten overgebracht naar het de
pot van de afdeling Monumentenzorg van het bedrijf Openbare
Werken. Zij bleven eigendom van „Haerlem". Het betrof, een
gaper, een stichtingssteen Ao 1838, drie deuren met fragmenten
132
Houten kalf uit het portiek van het voormalige Lutherse weeshuis aan de Zuider
straat. In 1912 aangekocht door „Haerlem" en in 1913 aan het Frans Halsmuseum
geschonken (atlas Verdwijnend Haarlem).