21 De kommiezenhuisjes, 1913-1927 Gedurende veertien jaar zijn de gemoederen van vele Haarlem mers en buiten Haarlem ook die van „Heemschutters" en bouwkundigenverhit geweest over de eventuele afbraak van de kommiezenhuisjes. Het doet achteraf wat vreemd aan dat juist deze twee huisjes zulke geweldige acties hebben ontketend, daar ze toch duidelijk minder belangrijk waren dan vele andere monu menten die in deze jaren zijn verdwenen. Enkele redenen zijn er wel voor aan te wijzen: de huisjes kwamen niet alleen in de publi citeit vanwege de vraag al of niet afbreken, maar ook om andere redenen: er ontstond een duidelijk conflict tussen Haarlem's bur gemeester, die de huisjes wilde behouden, en de Haarlemse ge meenteraad die ze wilde afbreken. Daarnaast liet de hoofdredac teur van het Haarlemsch Dagblad, J.C. Peereboom, geen gelegen heid voorbijgaan om de publieke opinie te beïnvloeden en ontke tende op die wijze een privé-campagne, tegen de huisjes. Uiteindelijk werden de huisjes afgebroken, maar het is boeiend te lezen hoe een en ander verliep. Dat het onderstaande wat uitvoe rig kan worden weergegeven danken wij aan de heer J.H. Kersten uit Heemstede, die al deze jaren nauwgezet iedere letter die de dagbladen aan deze kwestie wijdden heeft uitgeknipt en opge plakt. Dit dossier kon ik enkele jaren geleden eens antiquarisch bemachtigen en het vormde nu een welkome aanvulling op de archiefstukken die „Haerlem" erover bewaarde. Wat was nu het geval? In 1824 werd de Grote Houtpoort afgebro ken, in verband met een verbetering van de verkeerswegen ter plaatse en de komende tentoonstelling van nijverheid, en in 1826 werden ter weerszijden van de Grote Houtbrug twee zogenaamde kommiezenhuisjes gebouwd, naar ontwerp van de Zuidnederland se architect T.F. Suys. Ze waren bedoeld voor de inning der plaat selijke belastingen. Over een nevenfunctie van de huisjes schreef Hildebrand in zijn Camera Obscura (1839): „Aan de Poort geko men, had hij (Mr Bruis) den gelukkigen inval zijn jas en valies aan de zorg van een commies toe te vertrouwen. Hij trad daartoe het commiezenhuisje binnen". Of deze functie van „stads-vestiai- re" wel helemaal de bedoeling was, waag ik te betwijfelen. Aan het begin van de 20ste eeuw hadden de huisjes niet meer hun oude 138

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1977 | | pagina 140