danks een pleidooi tot behoud door burgemeester Jhr Sandberg, werd het besluit tot sloping gehandhaafd. De burgemeester ver klaarde onder meer, dat toen hij vier jaar geleden als vreemdeling te Haarlem kwam, de dobbelstenen „tot de aardigste dingen" be hoorden die hij hier vond. Het verkeer ter plaatse achtte hij niet gevaarlijker dan op andere hoeken van de stad, zoals de hoek van de Grote Houtstraat-Anegang. Het raadslid Modoo had in de discussie onder meer verklaard dat de vereniging „Haerlem" zich „onsterfelijk belachelijk" gemaakt had met haar adres tot behoud! Daar de minister van Binnenlandse Zaken nog goedkeuring dien de te verlenen aan het besluit, schreef „Haerlem" in januari 1917 opnieuw een adres aan de minister, met het verzoek het raadsbe sluit niet goed te keuren. Men wees o.a. op het feit dat ca. 1866 was besloten tot afbraak van vijf stadspoorten, een besluit waar men later veel spijt van had. „Over 5 of 10 jaren", aldus „Haer lem", „zullen gelijke klachten worden geuit over de kommiezen- huisjes." Op initiatief van „Haerlem" zouden ook Heemschut en anderen verzoeken van dezelfde strekking aan de minister richten. Mede ook dankzij deze aandrang in den lande en ook omdat bekend was dat de burgemeester en een der wethouders (De Breuk) tegen afbraak waren, werd genoemd raadsbesluit door de minister geschorst en op 19 april 1917 door de Kroon vernietigd. Het Haarlems Dagblad deelde het feit zakelijk mee, zonder com mentaar. De vereniging „Haerlem" toonde zich in haar jaarver slag zeer verheugd omdat bleek dat „de inzichten der autoriteiten en van vele terzake kundigen met de onze strookten". „En zoo zal Haarlem", zo besluit men de passage in het jaarverslag, „in het bezit blijven van een schilderachtig stadsgedeelte en komende van het Houtplein zal men zich, laten wij zulks hopen, nog lang kun nen verlustigen aan de Commiezen-huisjes die met de Groote Houtbrug zeer eigenaardig van samenstel nu zoo fraai de oude stad afsluiten"61). Erg lang zou de zege echter niet duren. In november 922 kwa men B en W met een voorstel bij de raad om de Grote Houtbrug af te breken en te vervangen door een nieuwe brug, met behoud van de kommiezenhuisjes. Een verkeerscommissie, waarin als technische leden dr H.P.Berlage, ir Jos. Cuypers en directeur 143

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1977 | | pagina 145