geen staalkaart van bouwstijlen te zijn!" enz.
In 1925 werden opnieuw plannen gemaakt voor verbeteringen
aan de Grote Houtbrug, met behoud der kommiezenhuisjes. Het
raadslid Klein stelde nog voor de huisjes enige meters te verrollen,
maar een en ander bleek niet haalbaar en in oktober 1925 stelde
de meerderheid van B en W opnieuw aan de raad voor de ver
keerssituatie ter plaatse te verbeteren en daarvoor de dobbelste
nen af te breken63).
Op 4 november 1925 besloot de raad voor de vierde maal tot
afbraak, thans nog slechts met twee stemmen tegenJoh. Visser en
Vincent Loosjes64).
Burgemeester Maarschalk verklaarde wederom vernietiging door
de Kroon te zullen aanvragen en kreeg daarover verwijten te ho
ren van de raadsleden bij monde van mr Slingenberg, die zei dat
„als de burgemeester zich plaatste tegenover de wil van den Raad,
deze zich wel eens zou kunnen gaan plaatsen tegenover den burge
meester". Bij de discussie was o.m. gezegd dat de grote dr H.P.
Berlage ook niet gaf om de huisjes.
De commentaren in de pers waren overvloedig: Peereboom had
het raadslid Visser beschuldigd er een hobby van te maken de
huisjes te willen behouden. Deze repliceerde o.m. met „aan U,
mijnheer de redacteur, moet ik de hulde brengen dat U ze (de
huisjes) tot een ware nachtmerrie hebt trachten te maken". Dr
J.F.M. Sterck pleitte in een ingezonden stuk in het Algemeen
Handelsblad van 7 november vóór de huisjes en wees op de be
treurde gang van zaken in 1873 bij de afbraak van de Kleine
Houtpoort, een repliek van Peereboom in het Haarlems Dagblad
van 9 november bleef uiteraard niet uit! Het lid van G.S., de heer
A-W. Michels, neemt het in het Haarlems Dagblad van 11 novem
ber 1925 op voor de burgemeester en diens goed recht om vernie
tiging aan te vragen. Op 14 november schreef de toen zeer beken
de kunsthistoricus prof. dr D. Vogelsang in De Telegraaf: „Het is
een teeken van den tijd, dat onlangs door een kortzichtigen ge
meenteraad twee aardige commiezen-tempeltjes in Haarlem ten
doode werden opgeschreven". Dr H.P. Berlage schrijft in het
Haarlems Dagblad van 17 november dat hij helemaal niet vóór
afbraak is, maar zelfs indertijd als lid der Commissie voor de
146