Monumentenzorg, een denkbeeld heeft aangegeven voor behoud
der huisjes!
Op 27 november verschijnt er in de Oprechte Haarlemsche Cou
rant onder de titel „Schoonheid en verkeer" een groot artikel van
ir J.B. van Loghem, een van de toonaangevende Haarlemse
architecten. Omdat dit artikel ook voor de visie van Van Loghem
op het bouwbedrijf van zijn tijd van belang is, citeren wij dit
artikel hier wat uitvoeriger. Van Loghem stelt dat hij „geen der
raadsleden of dagbladschrijvers bevoegd acht in deze materie te
oordelen". En hij gaat voort: „Het schoone van een stad wordt
bepaald door de tot steen geworden denkbeelden en uitingen der
tijden. Een stad boeit ons, omdat we de gedachtenwereld van vele
geslachten er in gelegd vinden. Die gedachtenwereld is niet zonder
fouten, gelukkig niet, maar ze is menschelijk, vol menschelijke
schoonheid en leelijkheid, kortom karakteristiek menschelijk
Gelukkig dat er stemmen opgaan voor het behoud der Commie
zenhuisjes. Dit zijn de stemmen van hen die nog iets van de eeu
wige waarheid in zich bewaard hebben Het zijn de niet-mo-
dernen, het zijn de nieuwe menschen. Deze nieuwe menschen zul
len zich gaan verzetten tegen hen, die alle stedebouwkundige
vraagstukken uitsluitend tot een verkeersvraagstuk willen terug
dringen Inzake kunst en schoonheid is geen recept te ge
ven. Ik zou alleen aan ieder die nog niet gezien heeft, willen
zeggen: bezichtig de Commiezenhuisjes van alle kanten eens met
liefde, en verbeeld U eens dat U ze niet altijd uit sleur bent
voorbijgegaan, maar ze in tegendeel voor de eerste maal ontdekt
Denk dan verder niet aan wat waanwijze schoolmeesters U
over stijl- en stijlloosheid of over waardelooze 19de eeuwsche
bouwkunst verteld hebben maar kijk er eens na, zoals men zou
kijken naar een persoonlijkheid die jaren in den vreemde in ellen
de heeft verkeerd en plotseling terugkeert. Zie dan ook eens hoe
gevoelig de bouwmeester Suys de gebouwtjes heeft gesteld, niet
evenwijdig aan de straat of de brug, maar even gedraaid, zoodat
men komend van den Dreef het eene en komend uit de Grote
Houtstraat het andere overhoeks ziet Dit zijn waarden, die
de haastmensch van heden niet ziet, maar deze haastmensch is
niet de toekomstmensch. De toekomstmensch zal weer het geduld
147