33 Aandrang op een monumentenverordening, 1923-1968
Voor het eerst kwamen in 1923 plannen aan de orde om, naar
analogie van Den Haag, ook in Haarlem een monumentenveror
dening te maken85). In 1924 werd meegedeeld dat de wethouder
van Openbare Werken hier veel voor voelde, maar prioriteit wilde
geven aan een schoonheidscommissie waarover toen ook onder
handelingen gevoerd werden86).
Eind 1924 kreeg men echter de indruk dat een en ander op de
lange baan werd geschoven en er werd besloten tot een request
aan de Raad87).
Op 27 februari 1925 verzond „Haerlem" dit request aan de ge
meenteraad, mede ondertekend door de Oudheidkundige Bond,
Hendrick de Keyser, Heemschut en dr Jan Kalf, directeur van het
Rijksbureau voor de Monumentenzorg, waarbij men erop wees
dat er de laatste jaren vele waardevolle oude gebouwen waren
verdwenen of verminkt. Men wees op Spaarne 81; Spaarne 108,
dat op het laatste moment werd gered door Hendrick de Keyser,
zeven gasthuishuisjes aan het Groot Heiligland; het voormalige
161
Spaarnwouderstraat 59, het huis van
Kenau Simonsdr. Hasselaer. Aquarel
P. van Looy, 1897 (gemeentearchief
Haarlem, stedelijke atlas 7/6).