den gaan opstellen, berichtte „Haerlem" er ook graag bij te ho
ren94). Er werden enige besprekingen gehouden en JJ. Voogel, de
toenmalige secretaris van de Schoonheidscommissie, stelde een ge
meentelijke monumentenlijst op, maar nu liepen de plannen vast
in de ambtelijke molens. In 1957 kwam een ontwerp voor een
monumentenverordening van de grond, evenals'n conceptverorde
ning voor de oude stad, gebaseerd op de Woningwet. In 1960 ver
zocht „Haerlem" nog eens schriftelijk om spoed bij de samenstel
ling van de lijst en kreeg tot antwoord dat een en ander „in een
gevorderde staat van voorbereiding" verkeerde95). Van de vast
stelling is echter niets gekomen omdat er door de invoering van de
Monumentenwet 1961 uitvoerige Rijks-monumentenlijsten dien
den te worden vastgesteld. Voor Haarlem werd in 1968 de lijst
van door het Rijk beschermde monumenten definitief vastgesteld.
Deze lijst, die ca, 1100 percelen bevat, werd afgedrukt in het Jaar
boek Haerlem 1970, blz. 211-21596).
Vijfenveertig jaar na de eerste pogingen om tot een gemeentelijke
monumentenverordening te komen, kreeg Haarlem dus een Rijks
monumentenlijst. In samenhang met genoemde monumentenwet
was daarmee de monumentenbescherming geheel een rijkszaak
geworden en bestond er geen behoefte meer aan een afzonderlijk
monumentenbeleid van de gemeente.
34 Pakhuis Spaarne 81, 1923-1924
Het uit 1568(?) daterende pakhuis, genaamd „Het Zeehert", van
de firma Dyserinck Zonen aan het Spaarne nr 81kwam in 1923
in handen van de RK-Zusterschool. Men vermoedde dat „dit
merkwaardige gebouw" wel zou gaan verdwijnen. „Haerlem"
schreef erover aan de burgemeester, aan de monumentencommis
sie en aan dr J. Kalf. Dat men weinig heil zag in deze acties blijkt
uit de zinsnede „in afwachting van de resultaten zal het gebouw
zelf terstond worden gefotografeerd"97). Inderdaad bleek ook hier
behoud onmogelijk. Den Haag kon weinig doen en drong aan op
een monumentenverordening98) en enkele maanden later lezen we
dat het fraaie pakhuis is verdwenen en dat het „masker" uit de
gevel door de antiquair Van 't Hof aan „Haerlem" wordt aange
boden99). De grond van dit bijzonder fraaie pakhuis werd gebruikt
166