A. Hoeufft en mr HJ.D.D. Enschedé; 100,werd toegezegd
door P.C. Adrian, K.C. Honig Mzn, mevrouw Honig, E.A. Velt-
man, Notaris N.J. Hoeflake, A. Burdet, mr dr W.P. Vis en C.J.
van Tienhoven, terwijl W. Dyserinck 50,toezegde. Met deze
toezeggingen van 6.000,en van de 4.000,die al jaren
geleden bijeen gebracht waren werd de gemeente Haarlem ver
zocht dit bedrag te verdubbelen. Zomer 1938 ging de gemeente
raad van Haarlem hiermee akkoord, tot een maximum van
10.000,Beschikkende over 20.000,nog uit te breiden
met kleinere giften en daarnaast de mogelijkheid de nieuw te
bouwen korenmolen voor 1.500,— per jaar te verhuren, kwam
de realisering van het plan zeer dichtbij. EchterGedeputeerde
Staten van Noord-Holland keurden het raadsbesluit tot herbouw
niet goed. Begin 1939 werd geprobeerd deze 10.000,van de
gemeente Haarlem uit het batig saldo van de in 1937 gehouden
Frans Hals-tentoonstelling te mogen ontvangen. Hiertegen hadden
B en W echter weer bezwaren.
Men besloot de zaak even te laten rusten en er het volgende jaar,
1940!, op terug te komen. In augustus 1939 werd degenen, die
toezeggingen tot schenking deden, verzocht de zaak even aan te
houden. En dan zwijgt het dossier opnieuw. Eerst in 1952 werd
het weer geopend met een briefje van ,,De Hollandsche Mo
len" aan „Haerlem"'s secretaris. Het „Adriaan-fonds", in beheer
bij „De Hollandsche Molen", bedroeg toen ca. 6.000,en de
scheepswerf Smit te Alblasserdam had gratis een molen ter be
schikking gesteld die wegens uitbreiding van het bedrijf diende te
verdwijnen. Men stelde voor namens „De Hollandsche Molen",
„Haerlem" en VW-Haarlem opnieuw een actie te beginnen voor
verdere gelden. Bezig met de voorbereidingen daartoe trof Neder
land de grote watersnoodramp van 1 februari 1953 en kort daar
op het overlijden van mr P.G. van Tienhoven, de energieke voor
zitter van „De Hollandsche Molen" die alle contacten met „Haer
lem" hierover had gehad119).
Najaar 1953 werd opnieuw gestart. De vereniging „Haerlem"
vormde een commissie, bestaande uit dr C. Spoelder, H.B.E.
Warnaars en A.D. Huysman die de inzameling ter hand zou ne
men120). „Haerlem" besloot begin 1954 om 1.000,beschik-
176