baar te stellen voor de herbouw van „De Adriaan" 500, uit de verenigingskas en 500— uit het legaat van mr. dr P.G. van Tienhoven)121). Inmiddels drong de firma Kloos te Kinderdijk, waar de molen lag opgeslagen, aan op verwijdering der molenon derdelen, daar deze in de weg lagen. Het gemeentebestuur van Haarlem werd bereid gevonden de onderdelen in Haarlem op te slaan en op 5 juni 1954 kon Warnaars zijn medebestuursleden melden dat de (nieuwe) Adriaan „zij het in brokken", in Haarlem was, een en ander met medewerking van Gebr. Figee122). Het comité, inmiddels aangevuld met notaris Wildschut, maakte ech ter nog geen voortgang met de inzamelingsactie123). Op een vraag in de jaarvergadering 1958 deelde de voorzitter mee dat de her bouw niet uit de gedachten van „Haerlem" was, maar dat de uitvoering nog even op zich liet wachten124). In 1960 werd de werf in Alblasserdam overgenomen door Verolme. Deze vroeg de molen terug125). Aanvankelijk wilde de gemeente aan deze wens tegemoetkomen, mits de gemeente de beschikking zou kunnen krijgen over een andere geschikte molen en mits de eventuele meerkosten van het plan door Verolme zouden worden gedragen. De directeur van Openbare Werken, ir Ch.C. van der Vlis en ir A.J. de Koning van „De Hollandsche Molen" bezichtigden enkele molens die voor aanlkoop in aanmerking kwamen. Een dier mo lens, in de provincie Groningen staande, bleek voor het beoogde doel geschikt. Aangezien Verolme echter niet bereid bleek de gehele meerkosten te vergoeden, kwam het plan-Verolme niet tot uitvoering. Kort erop werd bekend dat de gemeente Haarlem de molen nu definitief op de oude plaats wilde herbouwen en daar 120.000,voor gereserveerd had. Als bestemming dacht men aan een cultureel opvangcentrum126). In 1962-schreef het hoofd van de afdeling Monumentenzorg: „De mogelijkheid dat de her bouw reeds het komende jaar ter hand wordt genomen, is met geheel uitgesloten"127). Op 3 april 1963 besloot de Haarlemse Raad om de grond en de opstallen van „De Adriaan" van de Vereniging „De Hollandsche Molen" te kopen. Daarbij werd tevens het z.g. Adriaanfonds door „De Hollandsche Molen" aan de gemeente Haarlem geschonken. 177

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1977 | | pagina 179