redden. Dit geheel van baksteen opgetrokken gebouw, met toepas
sing van bergsteen voor waterlijsten en hoekblokken in de contre-
forten, bestaat uit een schip van vijf traveeën, door een triomf
boog gescheiden van een hooger choor, dat drie traveeën telt
en ten oosten is gesloten met drie zijden van een achthoek. Op
den westgevel, door een later daartegenaan gezet gebouw thans
grootendeels aan het oog onttrokken, staat een achtkant torentje,
helaas tot schoorsteen ingericht en daarvoor van zijn spits be
roofd, maar zeer opmerkelijk om zijn uitvoering in bergsteen en
zijn versiering met beeldhouwwerk." Na herstel der ramen, af
braak der aanbouwen etc., zou, aldus Kalf, „een zeer mooi stukje
laat-gothische baksteen architectuur in eere zijn hersteld".
Kalf schatte de restauratie op 30.000,a 40.000,en stelde
voor het te bestemmen tot nieuwe huisvesting van het Museum
van Kunstnijverheid „dat immers zijn tegenwoordig verblijf in het
Paviljoen binnenkort zal moeten verlaten". Kalf besloot zijn brief
met het verzoek aan de minister hierover contact op te nemen met
182
Het achtkante torentje „helaas tot
schoorsteen ingericht en daarvoor van
zijn spits beroofd, maar zeer opmerke
lijk om zijn uitvoering in bergsteen en
zijn versiering met beeldhouwwerk" op
de Magdalenakapel, ca. 1925 (ge
meentearchief Haarlem, stedelijke at
las).