kapel toch altijd een zieligen, verloren indruk maken. De commis
sie was dan ook eenstemmig van oordeel dat onder deze omstan
digheden van verdere pogingen tot behoud moet worden afge
zien"147). Het allerlaatste wat we over de kapel lezen is een briefje
van 4 oktober 1937 van de antiquair A. van t Hof die aan de
architect A.A. Kok een partij gothische eikehouten kapspanten,
gothische geprofileerde balken, zandstenen pilasters en zandste
nen balkstukken of sleutels, alles afkomstig van „de vroegere
Magdalena Kapel" aanbood148). In de zomer van 1937 verdween
dus een van de belangrijkste en oudste Haarlemse monumenten!
Een en ander was wel aanleiding voor „Haerlem" om nog eens
aan te dringen op een monumentenverordening149).
47 De molen „De Eenhoorn" aan het Z.B.Spaarne, 1926-1968
Na „De Adriaan" rezen er in 1926 ook problemen over „De
Eenhoorn", de paltrok-houtzaagmolen aan het Zuider Buiten
Spaarne. Aangemoedigd door haar succes met „De Adriaan" was
de eerste reactie van „Haerlem" om te proberen „De Hollandsche
Molen" zover te krijgen dat ze ook deze molen aankocht150).
Hieruit resulteerde een bezoek van „Haerlem s secretaris J.L.
Tadema met de secretaris van „De Hollandsche Molen", Den
Tex, aan de heer A. Staal, de eigenaar van de molen. Het bleek
dat de heer Staal bereid was zijn molen aan „De Hollandsche
Molen" te schenken wanneer hij deze op redelijke voorwaarden
zou kunnen huren en wanneer hem 5.000,geleend kon wor
den tegen een lage rente. De herstelkosten van de molen werden
geschat op 2.000,151). Zoals dat ook met de herbouwde toren
op het stadhuis het geval was, kon al spoedig gemeld worden door
Tadema dat de 5.000,„van bevriende zijde" waren toege
zegd. Voor de 2.000,werd daarop een actietje gevoerd waar
voor ook „Haerlem" 100,toezegde. Het comité uit de ingeze
tenen bestond uit S.W. de Clerq; Vincent Loosjes, voorzitter
„Haerlem", jhr J.C. Mollerus, voorz. Ver. tot Verfraaiing; R.
Peereboom, hoofdredacteur Haarlems Dagblad; jhr P.N. Quarles
van Ufford; dr J.F.M. Sterck; J.J. Swens; J.L. Tadema en jhr F.
Teding van Berkhout jr.
Reeds op 29 april 1927 bleek dit bedrag bijeen en kon een en
185
