ander op bovenstaande wijze worden afgehandeld152). Dankzij dit
optreden van „Haerlem" werd het belangrijke cultuurmonument
„De Eenhoorn" van de ondergang gered!153).
In 1931 speelden er zich nog allerlei problemen af rond de molen,
gevolg van een faillissementsverkoop van de om de molen liggen
de terreinen en bedrijfsgebouwen15*) en in 1935-36 bleek een
actie nodig om 500,bijeen te krijgen voor een grote opknap
beurt van de molen die toen buiten gebruik was geraakt. De actie
werd geleid door „De Hollandsche Molen", eigenaar, „Haerlem",
de Roei- en Zeilvereniging „Het Spaarne" die haar clubhuis
schuin tegenover de molen heeft, en de Vereniging tot bevorde
ring van het vreemdelingenverkeer voor Haarlem en omstreken en
haar zustervereniging te Heemstede. Met enige moeite kwam het
bedrag bijeen en in 1936 kon het herstel plaats vinden155).
Maar ook in volgende jaren bleven de zorgen. In 1944 deelde de
voorzitter mee in een bestuursvergadering dat hij pogingen deed
om de molen weer in exploitatie te brengen150). In 1946 waren
weer grote reparaties vereist. „De Hollandsche Molen" dacht er
over de molen in eigendom af te staan aan de gemeente Heemstede
of een Stichting. De heer K. Rote Pzn, die tegenover de molen
woonde wilde de molen wel kopen en restaureren, maar „De
Hollandsche Molen voelde uiteraard weinig voor verkoop aan
een particulier. Na veel overleg, waarbij ook „Haerlem" een rol
speelde, was het resultaat dat de molen op 4 oktober 1949 in
eigendom overging aan de Stichting Nehim Molen De Eenhoorn,
waarvan de heer Rote de geestelijke vader was. Bepaald werd dat
de molen in geval van een onverwachte gang van zaken weer aan
„De Hollandsche Molen" zou terugkomen. Op 20 augustus 1949
was de restauratie gereed157).
In 1957 werd wegens liquidatie van de Stichting Nehim Molen De
Eenhoorn, de molen weer aan „De Hollandsche Molen" terugge
geven158).
In december 1962, toen de restauratie van de molen weer aan de
orde was, bood „De Hollandsche Molen" de Eenhoorn voor
500,aan de gemeente Haarlem aan. De restauratie zou toen
9.000, kosten. Op 3 april 1963 besloot de Haarlemse Raad
tot aankoop van de molen. Daarna kwam de „aap uit de mouw":
186