1
om dit niet te doen en de zerken in het zicht te houden. „Om een
voorbeeld te noemen ligt bij den Zuidelijken ingang een graftegel
van iemand uit het geslacht der Haarlemsche Teylers, zulk een
steen mag niet verdwijnen"162).
51 Het Oude Slot te Heemstede, 1927-1958
Op instigatie van het lid P.J. van Ek nam „Haerlem" in 1927
contact op met de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg over
de verwaarlozing en het verder verval van de resten van het Oude
Slot te Heemstede. Dumont bezocht in 1928 de ruïne, tezamen
met dr J. Kalf en dr Pit. Deze deskundigen waren het erover eens
dat er iets moest gebeuren163). Er gebeurde echter niets en ook in
1931toen prof. dr F,W. Hudig de vereniging nog eens wees op
het instorten der brug kon men niets anders doen dan hem verwij
zen naar de heer Kalf van de Monumenten Commissie164).
In 1941 kwam het Oude Slot opnieuw aan de orde. Op 24 april
1941 verzocht „Haerlem de heer H. Beels van Heemstede de
188
De verwaarloosde Vredesbrug van het Oude Slot te Heemstede in de twintiger
jaren (atlas Verdwijnend Haarlem).