102 Gedempte Oude Gracht 96, 1944
In 1944 werd bekend dat de heer L.C.G. Kemper het pand Ge
dempte Oude Gracht 96, op de hoek van het Klein Heiligland,
wilde laten restaureren nu het in andere handen overging. Men
besloot na overleg om de plannen reeds nu te maken, maar de
werkzaamheden „tot rustiger tijden" uit te stellen249). Architect
BJ.J.M. Stevens werd bereid gevonden de tekeningen te maken
en men besloot dat „Haerlem" hem voor deze tekeningen zou
betalen als de latere restauratie niet aan de heer Stevens zou
worden opgedragen. De opmeting zou geschieden door werkeloze
technici. In april 1945 werden de tekeningen, ook van het huis
Gedempte Oude Gracht 98, ontvangen250). Een en ander bleek
ook na de oorlog echter niet te verwezenlijken en „Haerlem"
betaalde 100,aan architect Stevens251). In 1949 werd op
nieuw gecorrespondeerd met de eigenaar, D. de Vries, waarop
deze echter uitstel vroeg252).
103 Kappen van bomen, 1944
„Haerlem" had in de oorlogswinter 1944-'45 grote zorgen over
het kappen van bomen. Daadwerkelijk bleek men er echter niets
tegen te kunnen doen253).
104 De tankgracht in de Haarlemmerhout, 1945-1946
Gedurende de Tweede Wereldoorlog was er dwars door de Haar
lemmerhout een zogenaamde tankgracht gegraven. Deze liep van
de Wagenweg tot bij de Kleine Houtweg. In 1945 moest besloten
worden hoe de Hout er in de toekomst zou gaan uitzien. Naast
een gemeentelijke adviescommissie vroegen B en W ook advies
aan de vereniging „Haerlem". „Haerlem" vormde hiertoe ook
een commissie bestaande uit de bestuursleden Tadema, Dijkema,
De Jongh en Kurtz, aangevuld met mejuffrouw ir E.F. van den
Ban en de heren M.S. Andriessen, A.D. Huysman, H. Moerkerk,
R. Peereboom, A.P. Smits, jhr F. Teding van Berkhout en ir J.H.
Telders. Deze commissie bracht 23 juli 1945 een lijvig rapport uit
aan B en W waarin men pleitte voor behoud van de gracht, daar
hierdoor nieuwe elementen in het landschapsbeeld waren ontstaan
die tot nog toe in de Hout weinig of niet voorkwamen, namelijk
231