bepleit en verzocht werd het raadsbesluit tot sloping te vernieti
gen. „Haerlem" zond kopieën van dit request aan Heemschut en
Hendrick de Keyser die beide ook vernietiging aanvroegen. Ook
de Rijkscommissie voor de monumentenzorg en de vereniging
„Buurtbelang Aerdenhout-Bentveld" pleitten vóór behoud.
Een en ander had het gelukkige resultaat dat Gedeputeerde Staten
op 21 juli 1948 besloten het bewuste raadsbesluit van Bloemen-
daal niet goed te keuren en dat de Raad van Bloemendaal op 20
januari 1949 besloot de verkeerssituatie ter plaatse voorlopig niet
te veranderen. Dankzij de actie die „Haerlem" ontketende werd
deze oude herberg annex tolhuis gespaard voor de slopersha
mer278).
Een nieuwe en onverwachte aanslag op het gebouwtje kwam in
1957. B en W van Bloemendaal stelden toen opnieuw voor het
gebouwtje te verwijderen i.v.m. de eisen van het verkeer. Overleg
met Heemschut volgde en opnieuw kwam het gebouwtje als over
winnaar uit de strijd!279). In 1964 volgde een algehele restauratie.
116 Sparrenheuvel, 1948
Op 3 februari 1948 schreef „Haerlem" aan B en W van Bloemen
daal dat zij met toenemende bezorgdheid het verval van de bui
tenplaats „Sparrenheuvel", eigendom van de Bispinck-Stichting,
gadesloeg. „Daar het huis is opgetrokken in een stijl, welke zelden
in ons land wordt aangetroffen en de ligging in uw gemeente zeer
fraai is, zouden wij verder verval, met wellicht daarop volgende
noodwendige afbraak, ten zeerste betreuren."
Behalve een mededeling in een volgende bestuursvergadering dat
„de pastoor" boos was over deze bemoeizucht van „Haerlem",
wordt hier verder niets meer over vernomen280).
In 1952 werd met zorg de bouw van de nieuwe RK-kerk op dit
terrrein gadegeslagen281) en in 1953 was het het oude huis zelf dat
de aandacht had282).
117 Legpenning voor restauratie Smedestraat 23, 1948
In december 1945 had ir Friedhoff voorgesteld de opdrachtgevers
die een fraai nieuw huis in Haarlem lieten bouwen te belonen. Dit
zou z.i. stimulerend werken op het stadsschoon. Het bestuur ging
238