hierop in maar achtte de beperking „nieuwbouw of verbouw in de
oude stad, waardoor de omgeving merkbaar verbeterd wordt"
juister. Voorts werd besloten de schoonheidscommissie te horen
alvorens hierover beslissingen te nemen283).
De schoonheidscommissie achtte dit een goed idee en stelde voor
hiertoe een penning uit te reiken. Voorts was zij gaarne bereid tot
advisering284). Voor 1945 en 1946 kon de commissie echter geen
gebouw aanwijzen dat hiervoor in aanmerking kwam, maar voor
1947 werd geadviseerd de penning uit te reiken aan de Afdeling
Haarlem van de Katholieke Arbeidersbeweging in het Bisdom
Haarlem, voor de restauratie van het in haar bezit zijnde perceel
Smedestraat 23, het zogenaamde „gebouw Sint Bavo", eens de
woning va'n burgemeester Iordens285).
Op 23 juli 1948 werd in de Hoofdwacht en in aanwezigheid van
de voorzitter en de secretaris van de schoonheidscommissie de
legpenning van „Haerlem" met een oorkonde uitgereikt aan de
voorzitter van genoemde vereniging, de heer A.J.M. Angenent.
De pers heeft deze gebeurtenis uitvoerig verslagen en ook het
jaarboek „Haerlem" 1948 gewaagt hiervan286).
118 Kareol, 1948-heden
Het bestuurslid B.F. Enschedé, bracht in 1948 voor het eerst
Kareol ter sprake. Er bestond gevaar dat door het plaatsen van
lighallen voor t.b.c.-patiënten in het park het fraaie geboomte zou
worden aangetast. „Moeten we hier iets aan doen?' luidde zijn
vraag287). Kort daarop kon de heer Enschedé echter meedelen, dat
voorlopig het gevaar was geweken, daar het Rijk de strijd om de
opheffing der servituten had verloren288). Nog diverse malen zou
het lot van dit zeer bijzondere huis in bestuursvergaderingen ter
sprake komen. Enkele jaren geleden werd de Stichting „Kareol
opgericht, maar todat er een bestemming voor het huis gevonden
is, zal het een van „Haerlem"'s zorgenkinderen blijven. De eige
naar wil het slopen en doet niets om het verval te keren289).
119 Bakenessergracht 17, 1948
De eigenaresse van Bakenessergracht 17, de weduwe C.C. Ro-
meyn-van Buren, verzocht in 1948 een subsidie van „Haerlem
239
