van het bestuurslid H.B.E. Warnaars kon een nieuw houten wei
demolentje besteld worden bij molenmaker Jongejans in West-
zaan. Dit kwam in eigendom aan de regenten van het St. Elisa
beth's Gasthuis daar het omringende land ook van het Gasthuis
was. De kosten bedroegen 833,waarin „Haerlem" 100,
bijdroeg306). Op 29 februari 1952 werd het molentje naar de nieu
we plaats vervoerd307). In 1953 werd de makelaar van het molen
tje versierd met de drie kronen van het St. Elisabeth's Gasthuis
(volgens de overlevering Bohemen, Hongarije en Thüringen), ver
vaardigd van gedreven koper op de Amsterdamse Ir W. Maas
Geesteranus-school308). De officiële ingebruikneming vond
27-6-1953 plaats309). Vanuit de trein was nu, even ten noorden
van de spoorlijn, een kittig groen molentje te zien.
Opnieuw kwam Warnaars in actie in 1960 toen het molentje stuk
woei en de herstelkosten op 400,begroot werden310). In mei
van dat jaar berichtte hij dat het weer overeind stond311). Enkele
246
De officiële ingebruikneming van het weidemolentje aan de Liede, op 27 juni
1953. In het midden H. B. E. Warnaars, bestuurslid van „Haerlem" en van „De
Hollandsche Molen". Rechts met gebogen hoofd, burgemeester Cremers van
Haarlem, voorzitter van het college van regenten van het St. Elisabeth's Gasthuis,
die het molentje in ontvangst nam. Geheel links M. J. Bouwer en achteraan, met
hoed, boer Beinsdorp, de pachter van het land (atlas Verdwijnend Haarlem).