lenigen van de woningnood, waarop alle bouwactiviteiten waren
gericht) sterk verwaarloosd waren, stelselmatig aan te pakken. De
wijze waarop zulks het beste zou kunnen geschieden werd aange
houden tot een nieuw te benoemen directeur van Openbare Wer
ken in functie zou zijn getreden.
De tijd in de jaren vijftig was gunstig voor de monumentenzorg in
Haarlem. Wethouder Happé had veel interesse hiervoor, evenals
gemeentesecretaris mr H.E. Phaff. De nieuwe directeur van
Openbare Werken werd ir Ch.C. van der Vlis, die in zijn overeen
komstige functie te Leeuwarden reeds betrokken was geweest bij
restauraties en de problemen van een historische stadskern,
hoofdbestuurslid was van de Bond Heemschut en tot zijn komst
naar Haarlem ook voorzitter was van de Commissie Stad en Dorp
Friesland van de Bond Heemschut.
Kort na dè benoeming van ir Van der Vlis in 1956 besloten B en
W om de monumentenzorg aan Openbare Werken op te dragen.
Als functionaris om onder de directie te worden belast met zaken
de monumentenzorg betreffende werd per 1 november 1956 de
heer Corn. F. Janssen benoemd, administrateur van Heemschut
en auteur van een artikel over de oudste Haarlemse geschiedenis,
gepubliceerd in het Jaarboek Haerlem 1953, die al in 1954 naar
deze post had gesolliciteerd. Hij was bij mr H.E. Phaff en ir
Ch.C. van der Vlis bekend en werd door hen gewaardeerd.
Gezien het culturele belang en vooral de bijzondere aard van de
monumentenzorg besloot de directeur de benoemde functionaris
aan de stafbesprekingen van directie en afdelingschefs en andere
belangrijke besprekingen te laten deelnemen. Ook woonde hij de
vergaderingen van de schoonheidscommissie bij.
Alhoewel het aanvankelijk wel de bedoeling zal zijn geweest dat
het werk van de heer Janssen zou bestaan uit het voorlichten van
de directie betreffende de gemeentelijke monumenten, werd hem
al spoedig het vervaardigen van plannen voor en het houden van
toezicht op de uitvoering van gemeentelijke restauraties opgedra
gen. Voorts kreeg hij het toezicht op restauraties van particulieren
waarvoor subsidies waren verleend, werd de documentatie door
hem verzorgd (archiefonderzoek en fotoarchief) en verzorgde hij
de voorlichting aan belanghebbenden die hun perceel wilden res-
257