lantaarns, niet-passend beeld bij de Vleeshal (zie paragraaf 220)
en dat het plein niet nog wat meer in het stedelijk leven kon
worden ingeschakeld.
196 Oude Rechthuis van Schoten, 1966
Ernstig verontrust was „Haerlem" over de plannen om het oude
Schotense Rechthuis, Vergierdeweg 52, te slopen en de grond te
bestemmen voor nieuwbouw. Er werd een adres aan B en W
gericht waarin er o.m. op werd gewezen dat het Rechthuis en nog
een enkele boerderij in Haarlem-Noord, de enige herinneringen
vormen aan Oud-Schoten en dat zij daarnaast als rustpunten fun
geren in de moderne bebouwing. „Haerlem" suggereerde het
18de-eeuwse gebouwtje met de bescheiden klokkestoel te restau
reren en bijvoorbeeld te gebruiken als uitleenpost van de stadsbi
bliotheek. Ook Heemschut toonde zich verontrust en richtte een
telegram aan de gemeenteraad. Gevolg van een en ander was dat
de plannen nog eens werden bekeken en dat uiteindelijk het ge
bouwtje in 1971 werd gerestaureerd413).
197 Blokshofje, 1967
Naar later zou blijken richtte „Haerlem" zich tevergeefs in 1967
tot de kerkeraad der Vereenigde Doopsgezinde Gemeenten met
het verzoek het Blokshoije aan het Klein Heiligland niet af te
stoten, daar het als bewoond hofje een grote betekenis had voor
het Haarlemse stadsbeeld. Mocht het onontkoombaar zijn het hof
je te sluiten, dan, zo werd gesuggereerd, zou combinatie met het
Vrouwe- en Anthonie Gasthuis wellicht een oplossing kunnen
zijn414).
198 Klein Heiligland 43, 1967
Het huis Klein Heiligland 43 had in 1967 aandacht van „Haer
lem". Dit huis, waar de kunstschilder H.F. Boot lang gewoond
had, bezat nog een belangrijk interieur dat een restauratie zeker
zou rechtvaardigen. De Vereniging Hendrick de Keyser werd op
dit pand geattendeerd en de eigenaar werd verzocht het huis voor
100,aan deze vereniging te willen overdragen. Zoals bekend,
is dit niet geschied, maar het huis werd enkele jaren later wel
gerestaureerd415).
272