met een levende kat erin. 22 boeren hadden daarop samen zeven
gulden ingelegd. Zij moesten op een zekeren afstand van de ton,
de een na den ander, in bepaalde volgorde, een stuk hout gelijk
een kegel uit al hunne macht tegen de ton werpen en daarmede
voortgaan totdat de ton brak en de kat er uit sprong. Hij, die den
laatsten slag toebracht voordat de kat er uit sprong, won het spel
en kreeg den heelen inleg. Wij bleven wachten totdat dit spel uit
was en de kat eruit sprong; het was de tiende maal, dat deze kat
voor dit spel gebruikt werd
Het vermakelijkste voor mij was om te zien naar het teleurge
stelde gezicht van hen, die de ton niet raakten, wanneer hun zoo
ongeduldig verbeide beurt kwam."
(20 juni) „Van Amsterdam vertrokken wij naar Haarlem en
bezagen daar ditmaal de boeken van Coster op het stadhuis.
Vandaar gingen wij naar het buiten van Clifford, dat Linnaeus
beschreven heeft, toen hij daar gedurende twee jaren vertoefde.
De oude heer Clifford en de vrouw van zijn zoon Hendrik, die
buiten waren en die wij dachten aan te treffen, waren uitgereden
om wat te toeren; maar de tuinman leidde ons dadelijk rond om
ons te laten zien, wat hier de aandacht waard was.
Het heele buiten bestaat uit 30 morgen land en de groote weg naar
Leiden en Den Haag gaat er midden door heen. Aan den eenen
kant van den weg was het huis en het park met een groote oran
jerie en een menigte uitlandsche gewassen, maar niet zooveel als
in den hortis medicus van Amsterdam. Sinds den tijd van
Linnaeus, of juister sinds hij den tuinman van Clifford naar
Zweden medenam (wat Clifford zeer kwalijk heeft genomen) is de
oranjerie tweemaal verbrand en zij was daarom nu niet meer van
zooveel beteekenis als vroeger. Hier zag men ook een mooie grot,
een fontein, een menagerie en vroolijke wandelwegen, die naar de
vaart leidden, waardoor de trekschuiten naar Leiden en den Haag
voeren.
Aan den anderen kant van den weg was het zoogenaamde bosch,
waarin vooral mooie sparren, dennen en berken stonden; in het
bosch waren veel pauwen en kalkoenen. De grond liep hier van
den weg af naar bovenop het hoogste punt was een pavilloen,
328