nessen van de Maria Stichting". Het bestuur van dit ziekenhuis
opende in 1957 onderhandelingen met de gemeente. Deze had
belang bij de verwerving, ter realisering van het voor dit gebied
opgestelde uitbreidingsplan. Aanvankelijk vroeg men
575.000,-. Na langdurig overleg werd volgens raadsbesluit van
3 oktober 1962, de koop gesloten voor 425.000,-. Er woonden
toen vijf gezinnen in het huis.
Zoals veel voorkomt met onroerend goed dat door de gemeente
wordt gekocht, was ook de toestand van het Huis met de Beelden
lang niet best. „Wil het gebouw behouden blijven dan zal herstel
niet langer kunnen worden uitgesteld", schreef het toenmalige
hoofd van het gemeentelijke bureau monumentenzorg op 24 juli
1967. Er werd een voorstel ingediend voor een over de jaren 1967
t/m 1970 gespreide restauratie. De kosten waren begroot op
462.500,—Er was gedacht aan een bestemming ten behoeve van
de „Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels", die
zich daar al in 1963 voor had aangemeld. Ook anderen presen
teerden zich als gegadigden, waaronder de sociëteit „Trou moet
Blijcken" en de aannemersfirma J.P.A. Nelissen. Een beslissing
werd niet genomen.
In 1969 begonnen besprekingen met de „N.V. Grontmij", die op
zoek was naar een gebouw voor de vestiging van een districtskan
toor. Opnieuw werden een plan en begroting gemaakt. De kosten
waren nu berekend op rond acht ton. Men bood slechts
25.000,— voor het gebouw, wetend dat de gemeente er van af
wilde. Bovendien werd de onderhoudstoestand steeds minder. De
terughoudende reactie van de gemeente leidde tot een bod van
ƒ50.000,-, maar burgemeester en wethouders meenden de
koopsom niet lager te moeten stellen dan 100.000,-. De bijbe
horende grond zou in erfpacht worden uitgegeven. De gegadigde
ging met dat bedrag niet akkoord en zag toen van de transactie af.
Achttien maanden had het gepraat en geschrijf geduurd.
Tijdens het laatste stadium van de onderhandelingen met de
„N.V. Grontmij" vervoegde zich bij burgemeester De Gou, de
Amsterdamse antiquair H.F. Bill. Deze liefhebber van oude
schoonheid was sterk begaan met het lot van dit monument en
stelde zich ten doel het te restaureren en de tuin rondom in
340