de grote voorkamer. Wat de ene dag was aangebracht was soms de
volgende dag weer verdwenen. Grote schrik bracht vooral de
brand, die door onvoorzichtigheid van een schilder het dak op 23
september 1976 beschadigde. De man was onderaan de gevel
bezig met een verfbrander. Achter het schotwerk ontstond vuur,
dat zich snel naar de zolderverdieping verplaatste.
Geld alleen is voor een restauratie niet voldoende. Men moet ook
beschikken over historisch waardebesef en een sterke gedreven
heid. De heer Bill gaf daar in alle opzichten blijk van. Zeer zorg
vuldig werd alles afgewerkt. Plafonds en wanden verfraaide hij
met lijstwerk, voorzover dat niet reeds aanwezig was; allerlei
ornamenten die in zijn bezit waren werden in en om het huis
toegepast. Opmerkelijk zijn onder andere twee in de tuin
geplaatste lantaarns. Behalve het huis zelf, vereiste ook de
herstelling van het hekwerk met bijbehorende stenen palen veel
zorg en vakmanschap.
De lezer wordt door het bovenstaande misschien geïnspireerd het
resultaat van jarenlange inspanning eens in ogenschouw te
nemen. Er is een ruime parkeerplaats nabij de in 1976 gebouwde
manege. Deze is bereikbaar door van de Wagenweg af de Van
Hogendorpstraat in te gaan en achter het lyceum 'Sancta Maria'
om te rijden. Bij de lelijke manege, staande achter het voormalige
koetshuis, voert een geasfalteerde bosweg naar de achterzijde van
het Huis met de Beelden. Wij passeren het restant vaneen in 1918
gebouwde tuinkoepel. Het bolvormige dak is al geruime tijd weg.
Door het roesten van de wapening zijn de betonnen zuiltjes en de
daarop dragende rondgaande architraafbalk kapot gegaan. Als
dorpelwachters fungeren twee namaaksfinxen, eveneens uit
cement bestaande.
Bij de nadering van het huis valt op dat de ingang aan de achter
kant is. De hardstenen trap draagt bij tot de statigheid van de
overigens eenvoudige achtergevel. Oorspronkelijk had deze twee
terugliggende hoeken. Dit blijkt nog uit de vorm van het dak. Op
het eind van de vorige eeuw werden deze hoeken met twee
uitspringende vleugels bebouwd. Een bouwvakker die daar toen
aan werkte legde het feit van de verbouwing vast op een plankje
dat bij de restauratie is teruggevonden. Het volgende staat er op
342