weinig die bescherming soms te betekenen heeft bleek ook nu
weer, want het ministerie verleende vlot een sloopvergunning.
Het houten lijstwerk van de geveltop bevatte het jaartal 1781 en
de afbeelding van een koe. De woning zal dus een boerenbehui-
zing zijn geweest. Er is een keer een grondige opknapbeurt uitge
voerd. De daarbij toegepaste gevelbepleistering verhoogde niet de
schoonheid. Kenmerkend bleven de versierde bekroning, de
klokvorm en de twee zandstenen voluten. Een eigenaardigheid is
dat de gevel niet symmetrisch was. De bouwers hebben zich daar
weinig om bekommerd. Het kwam toevallig zo uit en dat werd
geaccepteerd. In onze tijd zou men wat minder gemakkelijk met
een dergelijke afwijking genoegen nemen.
De gemeente kocht het huis in 1969 van de heer G.H. Bekooy, die
er zelf woonde. De afdeling Monumentenzorg maakte een opme-
tingstekening en ging op zoek naar een mogelijkheid tot herbouw
elders. Na enig speuren werd te Spaarndam op het adres ijdijk 9
een passend stukje grond gevonden. Wat daar eens stond was al
geruime tijd geleden afgebroken. Bij navraag bleek de Spaarn-
damse aannemer CPolderman de beschikking over dat terreintje
te hebben. Hij toonde zich bereid, dit gat in de straatwand met het
huis van de Zomervaart te vullen. De gemeente vergoedde hem de
sloopkosten, maar overigens kon geen subsidie in uitzicht worden
gesteld. Ter compensatie zorgde het bureau Monumentenzorg
voor een bouwplan. In mei 1973 werd met het demonteren
begonnen. De materialen kwamen voorlopig te liggen op het
opslagterrein van de heer Polderman. Deze maakte niet veel
haast met de bouw. Pas in april 1976 kwam het werk op gang.
Precies een jaar later was alles klaar. De nieuwe woning werd
verkocht aan een particulier, die er vervolgens zijn intrek nam.
De uitvoering had in bepaalde opzichten wat zorgvuldiger
kunnen zijn, maar onvolmaaktheid is juist een typisch trekje van
het oude Spaarndam. Het huis voegt zich goed in de verscheiden
heid van het dorpsbeeld. Een getrouwe herbouw is 't niet gewor
den. De vorm van de gevel bleef nagenoeg gelijk, maar de bouw-
diepte van de woning is kleiner en ook de plattegrond is anders
dan aan de Zomervaart. Er kan niet meer worden gesproken van
348