een kamer met twee ramen voor in de plaats kwam, overeenkom
stig de oorspronkelijke toestand.
De geschetste ontwikkeling leidt tot de conclusie dat de van rijks
wege aan de gemeente opgelegde verplichting tot handhaving van
de huizen Nieuwe Gracht 50 en 52 een verstandige maatregel is
geweest. Wij zouden door de sloping een groter parkeerterrein
hebben gekregen, dat wel. Maar een gebouw? De afwezigheid
daarvan kan niet aan het sloopverbod worden toegeschreven. De
gang van zaken leert dat er geheel andere belemmeringen in het
spel waren. De automobilisten zijn méér aan hun trekken
gekomen dan de bouwers. Jammer dat het gat van de schouwburg
aanleiding was een nog groter gat te maken. Kaalslag plegen
zonder concrete nieuwbouwplannen voorhanden te hebben kan
riskant zijn.
Het deftigste gedeelte van de Nieuwe Gracht ligt tussen de Kruis
straat en de Jansstraat. De daar op nummer 72 staande gevel
bevat al 240 jaar de mooiste voordeur van Haarlem. Vroeger was
het de taak van een huisknecht om dat pronkstuk te openen en te
sluiten. Mr. J.P.A. Wickevoort Crommelin, die hier rond 1830
woonde, had daarvoor bovendien nog drie dienstboden tot zijn
beschikking. Zo de status van de bewoner al geen drempelvrees
bij de bezoeker opriep, dan deed dat wel de rijke entourage van
het entree. Wie in 1977 voor deze deur stond, die kon door een
geheel andere vrees worden bevangen. Een nonchalant tegen de
gevel gespijkerd aannemersbord wees op verbouwingsactivitei
ten. Uit een gat in het deurpaneel bengelde een draadje waarmee
de bouwvakkers zich toegang verschaften. Op die plaats zat voor
heen een fraai gesneden deurknop. Dit bleek niet het enige onder
deel te zijn dat verloren was gegaan. Het grote huis onderging het
lot van vele andere oude panden die zonder ingrijpende verande
ringen geen gebruikswaarde meer hebben. Het opnieuw toeken
nen van een woonbestemming is een te waarderen streven, maai
als daarmee de ruimtelijke beleving grotendeels verloren gaat,
dan wordt met het begrip 'Monumentenzorg' wel wat erg gemak
kelijk omgesprongen.
In 1949, of al eerder, werd in deze royale behuizing nieuwe
355