van de raamindeling op de verdieping. De ouderwetse winkelpui
mocht blijven staan. We weten niet hoe de gevel vroeger was en
dan is het maar beter, te laten zitten wat wordt aangetroffen. Dat
winkelfront is trouwens best wel aardig. Het gaf een kwart eeuw
lang zicht op de kruidenierswaren van G.J. van Es, die op deze
plaats de buurt van levensmiddelen voorzag.
Gelukkig wordt niet elk woonhuis waarin iemand een nering
begint tot winkel verbouwd. De beide ramen van goudsmids-
pleintje 2 waren groot genoeg om de sortering oude flessen en
kruiken te kunnen zien die de handelaar J. Smit er achter had
uitgestaldi Dat zaakje paste daar wel, maar de levensduur bleek
gebonden te zijn aan die van de eigenaar. Zijn echtgenote bleef er
nog enige tijd wonen. Het huis werd gekocht door de „Stichting
Diogenes". Deze gaf de architecten Smidt en Van Rossum
opdracht een plan te maken. De subsidieaanvrage werd in
augustus 1975 ingediend, doch door de eis tot bezuiniging duurde
het nog een jaar aleer de firma Van de Luitgaarden met de uitvoe
ring mocht beginnen. In maart 1977 konden de huurders er hun
intrek nemen. Hoewel de indeling is gemoderniseerd, bleef het
pand een onder- en bovenwoning. Deze splitsing kwam vermoe
delijk in 1900 tot stand. Sinds dat jaar vermelden de adresboeken
namelijk de aanduiding 2-zwart en 2-rood.
Achter de achttiende-eeuwse gevel kwamen tijdens het werk de
restanten te voorschijn van een middeleeuws huis. De constructie
heeft bestaan uit een houtskelet, met twee moerbinten en bijbeho
rende muurstijlen. Daar de toestand erg slecht was, valt het niet te
verwonderen dat 250.000,- moest worden betaald om dit
monument weer levenskracht te geven. De architecten lieten de
klokvormige gevel wat hoger optrekken en pasten een gebogen
houten bekroning toe. Zij volgden nauwkeurig de afbeelding in
het boekje van mr. A. J. Enschedé, getiteld ,,De restauratie van de
Waalse Kerk en het Begijnhof te Haarlem". De daarin op blz. 29
gereproduceerde foto laat ons de nog gave gevel van het flessen-
winkeltje zien. Het boekje is uitgegeven in 1939. Toen het topje
wat wankel begon te worden heeft men de klokgevel afgeknot.
Een zorgvuldig herstel werd toen blijkbaar niet nodig geoordeeld.
381