subsidie zou zijn, maar reageerde terughoudend toen de aanvrage eenmaal was ingediend. De bundel cijfers werd voorlopig op een bureau gedeponeerd. De provincie hield zich afzijdig. Volgens het door deze instantie in een monumentennota uitgestippelde beleid komen dergelijke grote restauraties niet meer voor een provinciale subsidie in aanmerking. Men ziet daar de subsidie verlening in deze gevallen uitsluitend als een taak van het rijk en verklaarde om die reden de Grote Kerk tot 'nationaal monu ment'. Er is voorlopig nog geen zicht op een regeling die de vereiste gelden doet toevloeien. Het staat dus ook nog helemaal niet vast wanneer met de restauratie begonnen zal kunnen worden. Wel blijkt langer uitstel uiterst riskant te zijn. Vooral de toestand van de kapconstructie is hachelijk. Toen men bijna honderd jaar geleden de kerk ging optuigen met een zandstenen balustrade en dito pinakels, werden de spanten ingekort. Dat was voor de hechtheid van het gebouw geen beste maatregel. Het opgaande muurwerk van de middenbeuk kreeg een veel te grote zijdelingse druk te verduren. Bij een in 1977 uitgevoerd onder zoek werd duidelijk dat ook de verticale belasting van de kap niet goed meer kan worden opgenomen. De zware eiken muurstijlen, die deze druk op de muren moeten overbrengen, zijn namelijk door de eeuwenlange inwerking van vocht nagenoeg geheel verteerd. Eveneens ernstig, maar toch minder zorgwekkend, zijn de talrijke scheuren die het gebouw vertoont. Ook staan enkele pilaren een beetje scheef en is niet alles wat horizontaal moet zijn nog zuiver waterpas. Er hebben dus ongelijke zettingen plaatsgehad. Deze gebreken kunnen het gevolg zijn van een niet homogene onder grond of van een onvoldoende funderingaanleg. Op drie plaatsen in de kerk, waar aan de betrouwbaarheid van de fundatie werd getwijfeld, zijn ontgravingen verricht. Wat te voorschijn kwam was echter bijzonder zwaar metselwerk, dat in uitstekende staat verkeerde en geen enkele scheur of ander gebrek vertoonde. Ook bij de waalse kerk, aan het Begijnhof, is het niet zo zeer de fundering als wel het opgaande werk dat al jarenlang zorgen baart. De bestuurders van deze kleine gemeente zijn zeer vasthoudend 384

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1977 | | pagina 386