openbare scholen, waar geen of weinig schoolgeld werd betaald.
De klassen waren vaak erg groot (50 of meer).
Het bijzonder lager onderwijs (meestal godsdienstig) liet veelal
betalende en niet-betalende leerlingen toe.
Voor wie direct na de lagere school ging werken, waren er avond
scholen. Ook de grote fabrikanten stelden hun eisengeschoold
personeel. Hiervoor richtten zij fabrieksscholen op.
8. Handel en wandel in de Barteljorisstraat
De Barteljorisstraat, een straat in het hartje Haarlem. Rond 1800
waren de meeste percelen nog woonhuizen, met hier en daar een
winkeltje ofwerkplaats. Na de komst van de paardentram in 1878
kwam dë middenstand tot bloei. In 1900 was het een belangrijke
winkelstraat geworden, zonder woonhuizen. De Barteljorisstraat
liep voorop met allerlei moderne voorzieningen. Electrische
verlichting was er al in 1900, in 1912 werd de straat geasfalteerd
en het jaar daarop werd de winkeliersvereniging opgericht.
In 1975 werd de straat gesloten voor verkeer en voorzien van sier
bestrating.
Al in het begin waren zaken in textiel en luxe- en huishoudelijke
artikelen het sterkst vertegenwoordigd. De meeste winkels wissel
den vaak van eigenaar en bestemming. Vier winkels dateren nog
uit de vorige eeuw.
9. De laatste kathedraal
Haarlem was al sinds 1853 een bisschopsstad, maar had nog
steeds geen echte kathedraal. De bouw van de nieuwe St. Bavo
begon in 1895. Deze kerk moest een symbool worden van de
kracht van het Roomskatholicisme en de gelovigen een gevoel
van trots en geborgenheid geven.
De architect was Jos. Cuypers, die talloze ontwerpen maakte
voordat de kerk zijn uiteindelijke vorm kreeg. Al in 1898 kon een
deel van de kerk in gebruik worden genomen, maar het duurde
nog tot 1930 voor de zware vierkante torens voltooid waren.
Haarlems kathedraal was de laatste die in Nederland werd
gebouwd.
403