10. Ieder zijn vermaak Met de toenemende welvaart kwam er ook meer behoefte aan ontspanning. De betere standen zochten echter een ander (duur der) vermaak dan de gewone man. Concerten van de Bachvereniging en museumbezoek waren vooral voor de elite weggelegd, toneel trok een gevarieerder publiek. De bioscoop, die in Haarkem snel populair werd, was aanvankelijk het uitje voor de 'mindere' man. De verschillende concert- en toneelzalen hadden hun eigen publiek. De Concert zaal was sjieker dan het Brongebouw, de Stadsschouwburg voor namer dan de Jansschouwburg. Wie zelf actief wilde zijn kon terecht bij de vele amateurvereni gingen: harmonie-orkesten, zangkoren en toneelclubs. 11. De crisis van de jaren '30 De crisis van de New-Yorkse effectenbeurs sleepte de wereld mee in een kettingreactie. Steeds meer bedrijven moesten sluiten waardoor de werkloosheid sterk steeg. Als gevolg hiervan daalde de koopkracht, waardoor nog meer bedrijven failliet gingen, enzovoort. In ons land begon de crisis in 1930. Het aantal werk lozen steeg van 50.000 in 1929 tot bijna een Vi miljoen in 1930. (Nu zijn er ongeveer 250.000 op een bevolking die anderhalf maal zo groot is). De zeer gebrekkige werklozenzorg en een ontoereikend beleid van de regering maakten de crisisjaren voor tallozen tot een tijd van grauwe ellende. In Haarlem werd de scheepsbouw het eerste slachtoffer. De terug gang in de wereldhandel had de vraag naar schepen sterk doen afnemen. Ook in de bouw en de metaal was de toestand treurig. 12. Leven in oorlogstijd Nadat de Duitsers ons land hadden bezet, leek het leven voor de meeste mensen gewoon door te gaan. Voor veel Haarlemmers werden de eerste vier jaar van de oorlog vooral gekenmerkt door toenemende schaarste op elk gebied. De winkelende huisvrouw moest steeds langer in de rij staan voor steeds minder boodschap pen. 404

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1977 | | pagina 406