E.L. Schimmer (jr.) Romeinse militair. Behalve het skelet kwam ook een groot deel van de uitrusting van de man te voorschijn. Hiertoe behoorden een dolk met een prachtig bewerkte schede, het gordelbeslag, een grote mantelspeld en een leren schoenzool. Vrijwel zeker is de man een gewelddadige dood gestorvenzijn schedel was door een scherp voorwerp beschadigd. Boven het skelet werden de frag menten van een grote maalsteen gevonden met een totaalgewicht van 60 kilo. Verder werd in de put Romeins en inheems aardewerk gevonden, alsmede enige ijzeren voorwerpen en hout- en botafval. De beide wijnvaten, die met diverse naamstempels waren gemerkt, konden compleet worden geborgen. De tweede en derde put waren reeds geheel ontmanteld en leverden geen bijzondere vondsten op. In de vierde put werd alleen een bekisting aangetroffen, opge bouwd uit gestapelde carré's van houten planken. Omdat onder de bekisting geen wijnvat werd gevonden mag worden aangenomen dat deze put nimmer als waterput door de Romeinen is gebruikt. In het najaar van 1977 werd een proefonderzoek gedaan in het diepe gedeelte van de stroomgeul waaraan de versterking heeft gelegenhet zogenaamde Oer-IJ Hierbij kwam behalve veel aardewerk ook zeer veel goed bewaard houtmateriaal te voorschijn. Het komende jaar zal het onderzoek zich op dit gedeelte rich ten. Werkgroep Hoogovens De belangrijkste gebeurtenis in dit jaar was de opgraving van een deel van een 17de-eeuwse boerderij. Aanleiding tot deze opgra ving was de melding in juli van de vondst van een paardeskelet in de zgn. Konijnenberg (bij het Centraal Emplacement). Op grond van enkele scherven werd dit skelet gedateerd in de periode 16de-19de eeuw A.D. Op korte afstand ervan werd in september een stenen waterput gevonden (datering ca. 1600); 20 meter verder kwamen paalgaten 409

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1977 | | pagina 411