Bij het verlengen van de Jan Ligthartstraat in Heemskerk werden
op ca. 1 meter onder het maaiveld scherven uit de Ijzertijd gevon
den. Reeds eerder dit jaar konden hier waarnemingen verricht
worden bij de aanleg van een grote PWN-leiding. De scherven
zijn o.a. afkomstig van dubbelconische potten, met soms geome
trische versiering; ook enkele grotere fragmenten van potten
kwamen tevoorschijn. Door activiteiten in de Romeinse tijd en
vanaf de vroege Middeleeuwen, uit welke perioden ook scherven
werden aangetroffen, is het oorspronkelijke bewoningsniveau uit
de Ijzertijd grotendeels verstoord. Wel waren op één plek nog
ploegsporen zichtbaar.
Grenzend aan deze vindplaats ligt een terrein van ca. 6 ha waar in
1978 begonnen wordt met de bouw van een woonwijk, zodat
mogelijkheden voor verder onderzoek aanwezig zijn.
Het tracé van eerdergenoemde PWN-leiding, dat loopt vanaf de
duinen tot aan de spoorlijn Beverwijk-Uitgeest ter hoogte van de
Communicatieweg, werd op een tiental plaatsen bezocht. Bij de
kruising van deze leiding met de Hoogdorperweg in Heemskerk
werd op ca. 2 meter diepte een laag met ploegsporen aangetrof
fen; bovendien kwamen ook hier scherven uit de Ijzertijd en later
tevoorschijn. Een deel van het tracé loopt in de Zuider Maatweg
of Zuider Maatdijk, die vanaf ongeveer de 12de eeuw samen met
de Sint Aagtendijk een waterkering vormde. Toen laatstge
noemde dijk in de 2de helft van de 13de eeuw in noordoostelijke
richting verlengd werd, bleef de Zuider Maatweg een waterschei
ding tussen 2 polders. Op enkele plaatsen kon het profiel vastge
legd wordenook waren duikers, opgebouwd uit kloostermoppen
zichtbaar. Deze duikers zijn wellicht in de dijk gelegd na een
uitspraak van heer Gerrit van Assendelft in 1521 waarbij tussen
Heemskerk en Uitgeest een regeling werd getroffen betreffende de
afwatering naar de Langemeer (nu: Uitgeestermeer).
Tot slot kan nog vermeld worden dat ook begonnen is met een
onderzoekje bij de Lutherse kerk aan de Koningstraat in Bever
wijk, weliswaar een kerkgebouw uit het eind van de 18de eeuw
maar van oorsprong daterend uit de 17de eeuw.
R. van Gulik
411