J.D. Vink
26 november 1917-14 juni 1977
Wie „strafrecht" zegt, spreekt de onaangename klank van „straf'
uit. En wie ooit voor een strafrechter moest verschijnen, weet, dat
het de kunst van zo'n rechter is, die straf zoveel mogelijk
aanvaardbaar te maken. Een kunst die lang niet iedere rechter
verstaat. Zonder hier het menselijke aspect van de civiele rechter
te willen kleineren of het juridische in de strafrechter terzijde te
schuiven: het specifieke van dat strafrecht is juist de combinatie
van het omgaan met recht én mensen in die ene bijzondere situa
tie, waarin het recht veroordeelt en de mens lijdend voorwerp is.
De man, die deze taak zo goed verstond en die taak jarenlang als
politierechter en voorzitter van de Haarlemse rechtbank uitoe
fende, mr. J.D. Vink, werd te vroeg uit dat werk weggerukt. Een
hartinfarct maakte een einde aan zijn leven.
Zijn geboorteplaats heette Delft, maar zijn jeugd lag in Nijmegen.
Na een gerechtelijke loopbaan in Den Bosch, Middelburg en
Almelo kwam hij in 1956 naar Haarlem, waar hij in 1973 vice-
president werd. Ik heb hem alleen de laatste zeven jaar meege
maakt. Als rechtbankverslaggeefster voor het Haarlems Dagblad
zat ik vele uren met hem in dezelfde zaal in het gerechtsgebouw
aan de Jansstraat.
Het kost me geen moeite, de zittingen van hem weer in herinne
ring te roepen. Van 's morgens tien totja, tot hoe laat? Twaalf
443