langs vreemde zijpaden afdwalen. Ik herinner me uitvoerige gesprekken bijvoorbeeld over het houden van vogeltjes. En over Nijmegen, de stad van zijn jeugd én de plaats waar hij een organis tenopleiding had genoten. Dus: ook gesprekken met verdachten over de orgelmaand in Haarlem. Of gewoon over muziek. Zijn teleurstelling dan, als bleek dat een platenperser niet perse iemand hoeft te zijn, die een passie heeft voor muziek. Hij stelde zijn kwaliteiten niet alleen in dienst van de rechtbank, was onder andere ook voorzitter van het bestuur van het verpleegtehuis Zuiderhout en voorzitter van de reclasseringsraad. Vaak verbaas ik me, dat hij er niet meer is, dat het beeld van die vriendelijke rechter met de wandelstok, die dagelijks van Heem stede naar de Jansstraat liep, is weggevaagd, dat hij niet meer als vanouds daar in de rechtszaal zit en tegen een verdachte zegt 'Meneer, u zegt, dat u behoorlijk veel had gedronken, maar ik noem dat onbehoorlijk'. Inge Crul 445

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1977 | | pagina 447