toenmalige dracht der Haarlemse predikanten, verving door het eenvoudiger jacquet. Bij zijn afscheid bestemde hij een doorleden en oud-leden bijeengebracht bedrag voor de bouw van het latere bejaardencentrum ,,De Olijftak". Met zijn collega's had hij een hartelijk contact. Als opvolger van Ds. B.P. Plantinga heeft hij Dr. C.B. Hylkema, A. Binnerts, G.E. Frerichs, J. Yntema naast zich gekend en later jongeren als S.M.A. Daalder, C. Soutendijk en ondergetekende. Veel artikelen heeft hij gepubliceerd in tal van doopsgezinde periodieken tot op hoge ouderdom, want heel lang bleef hij gees telijk zeer vitaal en vol belangstelling in wat er in de wereld van de kerk, maar in het bijzonder die van de doopsgezinden in binnen- en buitenland gebeurde. Na het 'heengaan van zijn vrouw woonde hij nog een tijdlang in Bennebroek, totdat een plotselinge inzinking hem noodzaakte zijn intrek te nemen in „Spaar en Hout", dicht bij zijn dochter. Zo was hij opnieuw Haarlemmer gewordenvelen van zijn stad genoten als ook in de randgemeenten leefden met hem mee. Hij had zijn talenten niet begraven, maar rijkelijk uitgedeeld aan allen, die gesterkt wilden worden in eigen geest- en geloofs kracht. C.P. Hoekema 449

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1977 | | pagina 451