zenlijkt wordt, de scheiding der belangensferen en daardoor het
gebrek aan integratie?
Is dit niet symbolisch voor onze maatschappij met zijn uiterst
gecompliceerde, vrijwel niet te overziene, maar toch samenhan
gende problematiek, waar alleen bereidwillige samenwerking van
vakbekwame betrokkenen met inachtneming van een overkoepe
lende visie een voorlopige oplossing voor kan vinden, die
openingen laat voor nadere verbetering, uitwerking of verande
ring.
Stedebouwkundig is die voorlopigheid niet voor de hand liggend.
Het is een probleemstelling erbij. Aan de andere kant kan men
stellen, dat in de thans gebouwde gestalte van de stad Haarlem
allerlei mogelijkheden aanwezig zijn om te verbeteren, uit te
werken en te veranderen, ook in de nieuwe wijken. Blijkens de vele
kleine bouwaanvragen voor veranderingen in de oudere stads
delen is dit zelfs in volle gang en het zal de kunst zijn om te zorgen,
dat die veranderingen inderdaad verbeteringen zijn, iets wat
helaas maar al te vaak niet het geval is, mede omdat dit een onge
coördineerd proces is. Het is verheugend dat aan een beleid voor
dit vraagstuk gewerkt wordt.
En dan nog een antwoord op de vraag: wanneer is nu een ruimte
mooi? Zo'n vraag is net zo moeilijk te beantwoorden als wanneer
men zou vragen door welke condities een gebouw of een gedicht
of een muziekstuk mooi is. Men zou een aantal factoren kunnen
noemen die daarbij een rol spelen, maar dat dan met het besef, dat
op allerlei regels weer vele afwijkende nuanceringen en ook
uitzonderingen bestaan. En welke bewoordingen zullen er
gebruikt moeten worden om gevoelige zaken te omschrijven?
Men leert muziek kennen door ernaar te luisteren en vervolgens
kunnen gesprekken en geschriften helpen om een inzicht te
verdiepen.
Het lijkt wel of er in onze tijd een groeiend aantal mensen is, die
het fenomeen schoonheid negeren, althans op het gebied van
architectuur en stedebouw. Met een overschatting van het bereik
van de wetenschap acht men de onbekende gebieden, die betrek
king hebben op de menselijke emotionaliteit vanuit de psycho
logie verklaarbaar, terwijl zij slechts benaderbaar zijn. Men kan
91