1Kan Haarlem trots het zwijgen van meester Olivier in 1219 als een herkenbare eenheid bij Damiate zijn opgetreden? Ik meen met de nodige aarzeling dat deze vraag niet per se ontken nend hoeft te worden beantwoord. Toen Haarlem in 1245 stads rechten kreeg werd een reeds bestaande toestand bevestigd; reeds in 1206 blijkt Haarlem een van de vier centra van het graafschap Holland te zijn3). Waardoor die centrumpositie precies werd gekenmerkt is echter niet duidelijk; de mogelijkheid is niet uitge sloten dat Haarlem in die tijd nog voornamelijk grafelijke resi dentie en militair steunpunt was. Temminck-») ziet het dan ook zo, dat het 's graven mannen zouden zijn geweest, de in de kronieken nogal eens genoemde ridders van Haarlem, die de toegang tot de haven van Damiate forceerden. Het kan in dit verband van betekenis zijn dat opgravingen achter de Gravenzaal van het stadhuis5) tot de voorlopige conclusie hebben geleid, dat daar pas in de tweede helft van de dertiende eeuw een vermoedelijk grafelijk houten gebouw van enige importantie is neergezet. Wij moeten dus met de ontwikkeling van de stad Haarlem uit de grafelijke vestiging voorzichtig zijnzij kan zich later hebben voltrokken dan wij misschien geneigd zouden zijn te veronderstellen, in casu zo laat, dat zij voor een zelfstandig bij Damiate optredende militaire eenheid, herkenbaar als 'Haarlem', geen ruimte laat. 2. Kan het huidige wapen van Haarlem in 1220 zijn ontstaan? Om te beginnen dient er op te worden gewezen dat onder 'wapen' voor die tijd niet slechts moet worden begrepen wat wij er thans veelal onder verstaan, nl. het schild met zijn figuren. 'Wapen' is het zinnebeeld zélf, dat kan worden afgebeeld op elk 'veld' dat zich daartoe leenthet schild uiteraard, maar ook de wapenrok, het paardedek, de banier etc.6). Steden zullen aanvankelijk uitsluitend een banier hebben gevoerdhet gebruik van een zegel komt daarbij pas in zwang in onze streken althans omstreeks het midden van de dertiende eeuw7). Van een wapen schijnt voor het eerste sprake te zijn in 1127het is het blauwe schild met gouden leeuwen van Godfried van Anjou, hem door zijn schoonvader Hendrik van Engeland 96

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1977 | | pagina 98