Het werk is uitgevoerd door de aannemer J.W. Willemse en kwam in 1978 op de afwerking na klaar. Medio januari 1979 is de bovenwoning in gebruik genomen. Het herstel en de verbou wing waren begroot op 120.850,Een bescheiden stap op de weg naar verbetering van deze nogal afgezakte buurt, die een heel wat grotere aanpak waard zou zijn. Degene die in 1962 het al driehonderd jaar op deze plaats staande pakhuis wilde kopen en slopen, liet gelukkig niets meer van zich horen. Misschien leverde nieuwbouw te weinig profijt op. Veel weerstand tegen afbraak zou de versleten constructie niet geboden hebben. Na vroeger heel wat tonnen graan te hebben getorst, leek de fut er totaal uit te zijn. Het was hard nodig dat er een reddende hand zou komen om dit kwijnende monument op de been te houden. De gemeentelijke monu- mentenzorgers stelden zich paraat op, maar konden weinig anders doen dan met levensgevaar een opmeting maken. Een voorstel tot aankoop door de gemeente kwam niet verder dan een ambtelijke briefwisseling. De twee heren Rodenburg, die de eigendom door vererving kregen toegeworpen, wilden er wel van af. Begin 1977 verkochten zij het pakhuis voor een schap pelijk bedrag aan de metselaar C.A. Fictoor. De handvaardig heid van deze nieuwe eigenaar wekte vertrouwen voor de toe komst van het monument. Zijn troffel werd er echter voorlopig nog niet in actie gezien. Misschien volgde hij de soms niet onvoordelige tactiek van rustig afwachten. De jonge kunstenaar Peter Schraven, woonachtig te Ridder kerk, kwam natuurlijk niet speciaal naar Haarlem om een in nood verkerend monument tegen ondergang te behoeden. Hij was alleen maar op zoek naar een lekker oud huis, ongeacht waar dit zou staan. Deze wens bracht hem ook in de Spaarnestad. Na de ontdekking van Burgwal 111 was er geen reden meer de speur tocht voort te zetten. We kunnen gerust spreken van een liefde op het eerste gezicht, met de daarbij gebruikelijke blindheid voor de gebreken van het voorwerp der aanbidding. Zulke mensen passen goed in onze monumentenwereld. Wie alles van tevoren precies bekijkt en zorgvuldig afweegt, houdt liever in de eerste plaats zichzelf overeind dan een monument. Er komt dan meestal weinig tot stand. Peter Schraven wandelde regelmatig het bureau Monumenten zorg binnen om zich te laven aan het snelvlietende water dat Overheid heet. Hij verkocht zijn huis in Ridderkerk, verhuisde tijdelijk naar een eenvoudig optrekje te Leiden en verwisselde zijn penseel voor een hamer en een zaag. Voor de heer Fictoor viel de transactie niet ongunstig uit. Bovendien kon zijn troffel toch nog goede diensten bewijzen. Een meevaller was de af- 175

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1978 | | pagina 177