In het aprilnummer 1978 van De Roodbroek, het clubblad van de HFC Haarlem, stond het bericht omtrent het overlijden van een van de markantste figuren van die aloude voetbalclub: J.P. van Balen Blanken. JAAP voor zijn talloze vrienden in die omvang rijke voetbalwereld. Er is aan het heengaan van deze ere-voor- zitter van „Haarlem" uiteraard meer publiciteit gegeven dan alleen in genoemd clubblad. En terecht! Van Balen Blanken heeft immers gedurende een wel zeer lange periode zijn duide lijke voetstappen in ons gehele Nederlandse voetbal gezet. Maar toch: hij was eerst en vooral Roodbroek in hart en nieren. Hij was een man met een enorme energie. Hij had moed en verborg dat niet. Hij vocht voor de clubbelangen met alle kracht die in hem was. Hij nam daarbij de horden van tegenstand als in zijn beste atletiektijd (want ook in dié sport was hij een prominent man) en dat betekende dat er af en toe wel eens iets omviel. In de meeste gevallen zette hij dat zelf weer overeind. Hij was soms een vaatje buskruit, dat weinig moeite had te ontbranden maar dat ook direct, zonder blijvende schade, geblust kon wor den. Kortom, hij was iemand! Als jongeman in 1912 lid geworden van „Haarlem", werd hij reeds in 1919 bestuurslid, te weten: van dat jaar tot 1926 com missaris, daarna tot 1935 secretaris en van toen af tot 1959 voorzitter. Daarna volgde als bekroning van deze unieke veer tigjarige bestuursperiode zijn benoeming tot ere-voorzitter, wel ke representatieve functie hij tot zijn verscheiden heeft bekleed. Dat hij daarnaast nog zeer actief gevoetbald heeft als aanvoer der en uitstekende kracht in het tweede elftal en nog een keer of dertien optrad in het eerste, moge verduidelijken welke beteke nis Jaap van Balen Blanken voor zijn club maar ook voor de voetbalsport in het algemeen heeft gehad. Want ook buiten „Haarlem" zijn we Van Balen Blanken in KNVB-verband als energieke vertegenwoordiger van het voetbal tegengekomen. De rood-blauwe kleuren waren echter zijn totale liefde, hoe welhij had er feitelijk drie: allereerst zijn echtgenote, een geweldige steun voor een man, die uit hoofde van al zijn functies vaker niet dan wel thuis geweest moet zijn. Dan zijn werkzaam heden bij de firma Tetterode in Amsterdam, en tenslotte maar niet het minst die voetbalclub, waarmee hij zoveel lief en leed heeft mee- en doorgemaakt. Meegemaakt: onder meer het fameuze kampioenschap van Nederland in 1946, met een elftal waarin de legendarische Kick Smit een hoofdrol speelde. Doorgemaakt: het wegvallen van een groot deel van het cluble ven gedurende de Eerste Wereldoorlog. Niemand kon toen nog vermoeden dat in 1940 een nog gruwelijker wereldbrand zou losbarsten, die ook zijn gevolgen voor „Haarlem" had. In 1944 werd het veld op last van de bezetter ontruimd en werd de 227

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1978 | | pagina 229