Op 20 december 1904 werd Frits Albrecht te Nijmegen geboren.
Daarmede kwam iemand ter wereld, die in het maatschappe
lijke, in het bijzonder, politieke leven een belangrijke rol zou
gaan spelen.
Al zeer vroeg openbaarde zich zijn politieke belangstelling en
het was niet te verwonderen dat hij op in die tijd als zeer jong
geldende! - dertigjarige leeftijd de gemeenteraad van Haarlem
binnentrad als afgevaardigde van de Sociaal-Democratische
Arbeiderspartij.
Het was evenmin te verwonderen dat aan dat lidmaatschap van
de gemeenteraad begin 1941 een einde kwam. Als één aspect
kenmerkend was voor Albrecht was dat, naast zijn bewogenheid
met het lot van de minstbedeelden in de samenleving, zijn
gedreven liefde voor de democratie. Enige andere staatsvorm
dan de parlementaire democratie werd door hem met kracht
afgewezen. Allen die hem hebben gekend weten hoe hij met
weerzin de nationaal-socialistische bezetting heeft ervaren.
Bij een passief ervaren heeft hij het niet gelaten; het was, met
zijn strijdbare karakter, onvermijdelijk dat hij ook actief in het
verzet ging. Daarover valt niet zoveel concreets te vertellen; niet
alleen omdat men tijdens de bezettingsjaren elkander om be
grijpelijke redenen zo weinig mogelijk vertelde, maar ook omdat
Frits Albrecht niet de man was om na de oorlog zich op de borst
te kloppen en uiting te geven aan wat hij in de donkere jaren
tegen de bezetter had gedaan.
Het lag voor de hand dat hij in november 1945 lid werd van de
,,Noodraad" in Haarlem, welke in 1946 een normaal gekozen
gemeenteraad werd. Het lag evenzeer voor de hand dat hij na
een aantal jaren voorzitter werd van de - toen - PvdA-fractieH ij
deed dat op bekwame wijze, met gezag in de raad, door kennis
van zaken en welbespraaktheid, én niet in de laatste plaats door
een soms scherp, soms ontspannend, groot gevoel voor humor.
Het is jammer dat het kader van deze bijdrage niet toelaat om
daarvan enkele markante voorbeelden te geven.
Het raadslidmaatschap combineerde hij met zijn beroepsfunctie
van algemeen secretaris van de Partij van de Arbeid; in elk van
de functies had hij profijt van de andere. In de gemeenteraad
kon hij de problemen van de gemeente in een breder maat
schappelijk kader plaatsen; als secretaris van de partij kende hij
de noden van mensen letterlijk in en om hun huis.
In 1959 werd hij tot andere politieke functies geroepen - burge
meester van Gieten, gedeputeerde in Drente. Dat betekende
zijn vertrek uit de gemeente Haarlem, voor welke hij overigens
229