Waterwinning Een drietal gebeurtenissen op het gebied van de drinkwatervoorzie ning markeerden 1978: het Amsterdamse waterleidingbedrijf bestond 125 jaar; het Haarlemse waterleidingbedrijf 80 jaar en: Provinciale Staten van Noord-Holland besloten tot reorganisatie van de drinkwa tervoorziening, hetgeen betekent dat de waterbedrijven van Haarlem, Bioemendaai, Velsen en Zandvoort dienen op te gaan in het Provinci aal Waterleidingbedrijf Noord-Holland (PWN). Amsterdam begon in 1853 met de eerste openbare waterleiding in ons land. Het water, getapt uit de duinen, werd geleverd voor 1 cent per emmer. Een jaar later werd dat leidingwater ook in Haarlem gedistri bueerd. De waterwinning was ontworpen door majoor C. D. Vaillant, die evenwel geen financiers kon vinden. Jacob van Lennep, bewoner van Woestduin, zag hoe Londen de waterleiding had georganiseerd en haalde Engels kapitaal en Engelse ingenieurs naar ons land, waar mee de Amsterdamse duinwaterleiding kon worden gerealiseerd. Door toename van de wateronttrekking aan de duinen werd roofbouw gepleegd op de zoetwatervoorraad. Er werd meer water weggehaald dan er door regenval terugkwam. De duinen droogden uit, wel sterk in tegenstelling tot de tijd vóór de waterwinning, toen er zoveel water aanwezig was dat je in de winter kon schaatsen van Vogelenzang tot Zandvoort. In 1957 werd tenslotte besloten rivierwater in de Amster damse waterleidingduinen te infiltreren om de tekorten aan te zuive ren. Sinds 1898 had Haarlem een eigen waterwinbedrijf in de duinen bij Overveen. In dat jaar werden nog maar 4000 adressen bediend; nu is dat ruim 57.000. In 1967 werd een samenwerkingsverband gevormd met Bioemendaai, Velsen en Zandvoort, de BDZK (Belangenge meenschap Drinkwatervoorziening Zuid-Kennemerland). Dezelfde problemen die Amsterdam bij de waterwinning in de duinen parten speelden gingen ook de BDZK-winning bedreigen. Ook hier, in de Kennemerduinen, moest over infiltreren worden gedacht. In 1975 was al een noodlnfiltratie nodig om het extreem lage zoetwaterpeil op te vijzelen. Ook de provincie dacht aan infiltratie in de Kennemerduinen. Het PWN nam van het Amsterdamse waterbedrijf een kwantum drinkwater af voor de drinkwatervoorziening in de Meerlanden. Dat contract liep af. Daarom werd samen met de BDZK gezocht naar mogelijkheden tot het aanboren van nieuwe bronnen. Amsterdam en de provincie onttrokken al geruime tijd rivierwater aan de Rijn via het Amsterdam-Rijnkanaal (bij Jutphaas) voor infiltratie in de Amsterdamse waterleiding bij Leiduin, en de PWN-terreinen bij Castricum. Dit voorbehandelde oppervlaktewater werd onder andere ook aan Hoogovens geleverd. Nadat becijferd was dat de behoefte in het jaar 2000 infiltratie op grotere schaal nodig zou maken werd op aanwijzing van de minister van Verkeer en Waterstaat een nieuwe bron aangeboord: het IJssel- meer. Besloten werd de winning uit het IJsselmeer (110 miljoen m3) te 282

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1978 | | pagina 284