en een klein glaasje, een pruikebol met pruik en een paar
pantoffels. Zijn servies bestond uit Japanse boterschoteltjes,
spoelkommen en theekopjes met schoteltjes, blauw porselei
nen theekopjes met schoteltjes, blauwe koffiekoppen met
schotels, een blauwe suikerpot met een deksel, Japanse sui
kerschoteltjes op vergulde voetjes en een bruin aarden melk
kannetje. Meer serviesgoed had Cajanus niet nodig want er
werd gemeenschappelijk in de eetzaal gegeten. Voor bij het bed
had hij een tinnen pot de chambre en nog een van wit steen.
De laden en kastjes herbergden maar weinig voorwerpen van
belang: knoopjes, grote partijen zakneusdoeken, slaapmutsen,
mansmouwen, kousen, handschoenen en servetten.
Zijn hangkast vertelt ons iets over zijn garderobe: een groene
salamander gordel met dito japon, een wollen damasten japon
met dito gordel, een sabeldrager, met goud en zilver bewerkt,
met een zilveren gesp, een rode Gros de Tours (sterke zijden
stof uit Tours) japon met gordel, een blauwe en rode lakense
Poolse rok met twee zilver geboorde broeken, een rode noppen
baaien kamizool, een hoed met zilveren boord, borstrokken en
een blauwe lakense jas met twee dito broeken.
In het portaal bevonden zich vele koperen voorwerpen waaron
der twee kandelaars, een hangblaker, een doofpotje, een
trechtertje, stoofje met deksel en een koekepan. Verder een
valiesje, een hamer, een houten bak met spijkers en ander
gereedschap, nog een pruikedoos met pruik en een hoed met
gouden boord.
In de kelder stonden vier grote flessen, een grote loden tabaks
doos en een watertobbe. In het kleine keukentje een slijpbordje,
een theeblaadje, koperen keteltjes en wat brandhout. In de tuin
stonden zes stoelen, een watervat, een oud spiegeltje, een
ladder en wat tuingereedschap.
Op de bovenkamer bevond zich ook een bed met peluw, hoofd
kussens en dekens. Verder vijf met leer beklede notehouten
stoelen, een tafel met een Turks tafelkleed, een kapstok, een
pruikedoos met inhoud, een turfmandje en twee mandjes met
vuile pijpen. Aan kleding lag er een kapoets (een ruige bont
muts), een gestreept nachthemd, een wit-en-rood wollen hemd
rok en schoenen.
Uiteraard zullen sommige voorwerpen, waaronder zijn kleren,
van bijzonder groot formaat zijn geweest, doch dit wordt niet
speciaal vermeld. Dat Cajanus op zijn bovenkamer over een
apart bed beschikte, betekent waarschijnlijk dat hij beneden niet
in de bedstee paste. Ai met al is het een interieur dat, bij alle
31