zeker niet in de laatste plaats uit financieel oogpunt. Zolang dit laatste nog niet het geval is, kunnen we er niet op rekenen dat recirculatie massaal van de grond gaat komen. Wat de eerste voorwaarde betreft, er zijn momenteel meerdere typen installa ties in ontwikkeling die technisch gezien veelbelovend zijn en eigenlijk een kans moeten hebben hun waarde op bedrijfsschaal te bewijzen. Hierover moet niet te licht gedacht worden Vuil- verwijdering vereist bedrijfszekerheid. Storingen in het systeem kunnen nauwelijks geduld worden. Iedere dag weer moeten de zich opdringende partijen afval verwerkt worden. Uitstel daar van geeft meteen ontoelaatbare gevolgen, omdat dit direct tot sterke kostenverhoging of aantasting van het milieu leidt. Het lijkt daarom een wat al te onzekere onderneming om bijvoor beeld de dagelijkse hoeveelheid Kennemer huisvuil 1750 m3) volledig dooreen recirculatiefabriek te jagen. Een begin zou gemaakt kunnen worden door eerst een beperkt deel te recir- culeren en de rest op een conventionele manier te behandelen. Gaat alles naar wens, dan zou de afvoerstroom op de recircula tiefabriek geleidelijk vergroot kunnen worden. Het belangrijke nadeel hiervan is nog steeds het investeringsrisico in de recir culatiefabriek en het feit dat daarnaast een gegarandeerde, milieuhygiënisce verantwoorde, conventionele afvoermethode beschikbaar moet zijn waarvoor óf eveneens investeringen ge daan moeten worden óf contracten dienen te worden afgesloten met derden onder verplichting tot afvoer, hetzij voor lange, hetzij voor korte tijd, maar in ieder geval met belangrijke financiële consequenties. Het is noodzakelijk zich erbij te realiseren dat de financiële consequenties afgewenteld moeten worden op de inwoners en dat het een politiek onverkoopbare zaak is de inwoners te confronteren met een eventuele mislukking van de recirculatie, met stagnatie van de vuilafvoer, terwijl tevens de extra kosten op hen verhaald worden. Zoiets kan nog niet, omdat naar het schijnt de politieke bereidheid tot offers voor deze in wezen goede zaak vooralsnog ontbreekt en niet geheel ten onrechte. Voorlopig zijn zaken als grondstoftekort en ener gietekort nog nare dingen die zich ver van het eigen bed afspe len en wordt bijna een ieder dagelijks geconfronteerd met noden op heel ander gebied die ons wel direct en onmiddellijk aangaan en dus prioriteit genieten. Zo werkt ons bestuurlijke systeem. Terugkerend naar de drie conventionele methoden van vuilver werking moeten we constateren dat overwegingen als recircu latie van grondstoffen en energiebesparing wel zaken zijn die beleidmatig worden meegewogen, maar zeker (nog) niet op zich primair bepalend zijn voor een keus uit de drie mogelijkheden. De VAM streeft naar de produktie van compost en doet aldus in zekere zin aan recirculatie. Het afval wordt immers deels weer in

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1978 | | pagina 72