3ev Dr. J. Römeungh
/oge-
De twee levens van
Piet Tideman
Piet Tideman was nog geen drieëntwintig jaar oud toen Willem
Kloos hem, in april 1894, aanstelde tot redactiesecretaris van
het gerenommeerde tijdschrift ,,De Nieuwe Gids dit tot groot
ongenoegen van de meeste andere redactieleden en medewer
kers van het blad zoals Verweij, Van Eeden, Van Looy, Van
Deyssel, Van der Goes. Deze benoeming was de druppel die de
emmer van hun ongenoegen over Kloos' optreden in het afgelo
pen jaar deed overlopen. Zij staakten hun medewerking aan het
tijdschrift, dat hiermee tot onbeduidendheid verviel.Wie was
deze Piet Tideman, rondom wiens persoon zich zoveel onver
kwikkelijks afspeelde en wiens naam door de literatuurhistorici
vrijwel nooit anders dan met afschuw wordt vermeld?
Wie was deze ,,boze genius der tachtigers"1), deze „verfoeilijke
epigoon van Kloos"2), „vol van onuitsprekelijk kleinburgerlijke
sentimenten"3)? Wie was „deze gedrochtelijke verschijning"4),
„dit jongmens zonder verleden en zonder toekomst, volkomen
talentloos en weergaloos onhebbelijk, onder wiens handen de
Nieuwe Gids dood was gebleven"5)? „Men zegt, maar men zegt
zoveel," zo schrijft Frank van der Goes quasi argeloos in zijn
„Litteraire herinneringen uit den Nieuwe Gids tijd", „dat de
student Tideman en de latere advocaat van die naam een en
dezelfde persoon zijn."
De Haarlemse advocaat Mr. P. Tideman was een bekende
figuur in den lande sinds 1910, toen hij het was geweest die in de
beruchte lintjeshandel van Abraham Kuyper de kat de bel had
aangebonden. Tien jaar later was hij de verdediger van Herman
Groenendaal, de fameuze dienstweigeraar. Om aan het door
hem geschetste beeld van het minne mannetje van de Nieuwe
Gids geen afbreuk te doen, laat Van der Goes deze zaken,
waarvan hij natuurlijk heel goed op de hoogte was, onvermeld.
Het is op zijn zachtst gezegd unfair van Van der Goes en van
literatuurhistorici als Donkersloot en Stuiveling, die hem hierin
volgen, om de mens Tideman te blijven honen dertig, veertig
jaar nadat hij zich als even twintigjarige studentikoos vlerkachtig
had gedragen.
Tidemans particuliere papieren kwamen na zijn dood aan de
Koninklijke Bibliotheek. Kennisneming van deze corresponden
tie doet ons een ander mens kennen dan de bruut die Van der
Goes en anderen van hem hebben gemaakt. En wat zijn vlegel
jaren betreft: wie zo bewierookt wordt door mensen als Kloos en
Boeken, door Alphons Diepenbrock en Willem Royaards, ziet
zichzelf al gauw als een klein genie en meet zich dienovereen
komstig vreemde allures aan.
Piet Tideman werd op 27 juni 1871 geboren te Hoorn als zoon
van de remonstrantse predikant aldaar. Zeven jaar later ver
huisde het gezin naar Haarlem, waar dominee Tideman tot 1901
werkzaam bleef.
85